zondag 12 april 2015

Take Five: Ralph van Raat over zijn inspiratiebronnen

foto: Daniël Cohen
Ralph van Raat, de pianist voor wie componisten van nu in de rij staan, verklaart zijn muziek aan de hand van vijf favoriete cd's.
Als je Ralph van Raat (36) op zijn laatste cd een compositie van Frederic Rzewski hoort spelen, wordt de grens tussen pop en klassiek ineens flinterdun. In een enerverende pianosolo overspoelt hij je met sensuele melodielijnen en groovy ritmes. De muziek van de Amerikaan lijkt geïmproviseerd en werkt toe naar een vurig hoogtepunt, maar nergens verwacht je een Jimi Hendrix-achtige onttakeling van de Steinway. Van Raat is bij alle passie een man van kleur en nuancering.
In de solistenkamer van het Concertgebouw komt hij bij van alweer een première; voor een uitvoering door het talent uit Hilversum staan de componisten in de rij.

Zijn liefde voor de hedendaagse muziek begon op zijn 15de met de ontdekking van Sechs kleine Klavierstücke opus 19 van Arnold Schönberg. 'Ik wilde Mozart begrijpen. Iedereen vertelde hoe geweldig zijn muziek was en ik begreep niet wat daar nou zo geniaal aan was. Zijn harmonisch materiaal vond ik vrij simplistisch, dus ik dacht: als ik nou meer weet van harmonieleer, dan snap ik dat misschien. In de zomervakantie, op mijn 14de, in Frankrijk, heb ik een theorieboek gelezen van Nedley Elstak en het laatste hoofdstuk vond ik interessant. Dat ging over de twaalftoonsmuziek van Schönberg en Webern, muziek waarin toonreeksen in een rationele volgorde gehandhaafd blijven gedurende het stuk, oftewel een stuk dat niet gecomponeerd werd met behulp van alleen maar gevoelsmatige wetten.

'Ik was toen op de middelbare school ook geïnteresseerd in wiskunde dus dat triggerde me enorm, daar wilde ik iets mee. Toen ik thuiskwam, ging ik meteen naar de bibliotheek om die Opus 19 te halen. Ik zette de cd op en dacht: wat ís dit voor muziek? Tegelijkertijd herkende ik het. Ik had een plaat van Chick Corea, Piano Improvisations, en daar staat een cyclus op die totaal abstract wordt, typisch Chick Corea in die tijd. Dat begreep ik niet helemaal, maar toen ik dat hoofdstuk over die twaalftoonsmuziek las, ontdekte ik: dit móét het zijn. Ik pakte die Schönbergpartituur en zag dat het notenbeeld eruit ziet als wat ik bij Chick Corea hoorde: pling-doe, dèèè-pok. Geweldig. Ik vond: dit moeten andere mensen ook meemaken.'
1 CHARLES IVES THREE PLACES IN NEW ENGLAND, Orpheus Chamber Orchestra (1999)
'Dat is nostalgie. Ik was 21 en wilde het Gaudeamus Concours doen. Mijn leraar Ton Hartsuiker zei: dan moet je Ives spelen. Onzin, vond ik. Die akkoorden slaan nergens op. En ineens ontdekte ik hoe geweldig die muziek is. Er komt ragtime in voor en volksmuziek en bandmuziek. Daar experimenteert hij mee, zodat ze in een andere context komen te staan. Ik wilde zo snel mogelijk naar Amerika om Ives te bestuderen. Zijn Concord Sonate heb ik wel honderd keer gespeeld.

'Ives is altijd vol gevoel. Het idee van straatbands die tegen elkaar in spelen is nostalgie - melancholie uit de tijd toen zijn vader nog leefde. Altijd voel je de passie van die man. Als hij gespeeld had, was hij letterlijk buiten adem. Three Places vind ik zijn beste werk - suggestief, evocatief. Ik heb in Tanglewood gestudeerd, in de buurt van Concord, en als ik denk aan die tijd, aan de mist 's ochtends, kan ik zelfs de geur terughalen.'
2 KEITH JARRETT PARIS CONCERT (1990)
'Vroeger, in mijn jazzperiode, was Chick Corea nummer één voor me, maar naarmate ik klassiekere oren kreeg, werd Keith Jarrett toch belangrijker. Hij heeft een onwaarschijnlijk legato, kan zo gebonden spelen.

'Door Keith Jarrett heeft de Ballade van Fauré me een tijdlang in de greep gehad. Ik hoorde daarin dezelfde lyriek als bij Jarrett en dacht: dát is het, het zou veel meer als Keith Jarrett gespeeld moeten worden. Ik begon alles te vergelijken met zijn mooie lange lijnen, met die extreme legato's.

'Hij heeft heel verschillende muzikale persoonlijkheden die toch één worden. Ineens kan hij van een soort kitscherig Autumn Leaves ontsporen in een totale avant-garde. In dat opzicht is hij een voorbeeld.'
3 CLAUDE DEBUSSY NOCTURNES, PRÉLUDE À L'APRÈS-MIDI D'UN FAUNE, THE CLEVELAND ORCHESTRA O.L.V. VLADIMIR ASHKENAZY (2000)
Debussy was de enige componist die ik leuk vond toen ik 9 of 10 was. Heel anders dan die verplichte stukjes van Haydn. Die keurigheid is daar helemaal weg. Ik houd dus enerzijds van Reich, met veel puls, anderzijds van Debussy, met zweverige ritmes en sensualiteit. Dat vind ik wezenlijk in muziek. Het gaat toch over oergevoelens, over ritme, harmonische kleur, erotiek - dat moet erin zitten.'
4 STEVE REICH MUSIC FOR 18 MUSICIANS, STEVE REICH AND MUSICIANS (1978)
'Ik houd niet zo van dance en housemuziek, maar Music for 18 Musicians van Steve Reich heeft die ritmische beat die ik soms in klassieke muziek mis. Die groovy kant doet me denken aan jazz, maar nog diepgaander. Bezwerend ook. Er zijn instrumentgroepen die het van elkaar overnemen. Het verschiet dan helemaal van kleur. Ik ben vrij rusteloos en dit is muziek waarnaar je lang moet luisteren. Er is die puls die me genoeg bezighoudt, maar omdat het zo lang duurt, verdwijnt de onrust. Dan hoor ik het grote geheel zonder dat ik met mijn hoofd ga bangen. Dus het heeft een therapeutische werking op me.'
5 OLIVIER MESSIAEN - TURANGALîLA-SYMFONIE - KONINKLIJK CONCERTGEBOUWORKEST O.L.V. RICCARDO CHAILLY (199
In de Turangalîla-symfonie komt alles samen. Er zit sensualiteit in, kleur, een enorme ritmische drive en de tegenstelling van een aardse Papoeadans en het goddelijke. Een lang stuk, waarin het ene deel mooi naar het andere leidt. Het levert je een goddelijke ervaring op, ook als je daar niet mee bezig bent. Ik ben niet gelovig, maar in de muziek heb ik behoefte aan spiritualiteit. De Turangalîla-symfonie geeft me het gevoel dat ik even buiten mezelf, buiten de wereld treed.'

Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 5 november 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten