dinsdag 7 april 2015

Miskende opera krijgt bloedstollende uitvoering


opera (concertant)
Tsjaikovski: Mazeppa. Solisten, Groot Omroepkoor, Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Alexander Vedernikov

13/9, Concertgebouw, Amsterdam

Het verhaal van Tsjaikovski's opera Mazeppa zou je in de krant van vandaag kunnen aantreffen: de machtige Rus Kotsjoebej gedood door Oekraïense rebellenleider Mazeppa.
Toen hij rond 1883 Poesjkins gedicht Poltava koos als basis voor zijn compositie, was Oekraïne al eeuwenlang het gebied waaraan werd getrokken door inheemse Kozakken, de Russische tsaar, Poolse machthebbers en zelfs Zweden.

Omgeven door indrukwekkend geïnstrumenteerde massascènes ontvouwt zich het verhaal van de liefde van de oude, machtige Mazeppa voor het meisje Maria. Haar vader Kotsjoebej, gezongen door deZwitsers-Oekraïense bas Vitali Kovaljov, is politiek gezien de mindere van zijn vriend Mazeppa, maar zijn liefde voor Maria wint het van zijn verlangen naar macht. Hij eist dat Mazeppa zijn dochter teruggeeft aan haar ouders. Mazeppa laat haar zelf kiezen, wetende dat ze verliefd is en bij hem wil blijven, en dat hij haar daarmee het doodvonnis van haar eigen vader laat tekenen.

Mazeppa is een miskende opera, veel minder geliefd dan Jevgeni Onjegin of Schoppenvrouw. Veelzeggend: voor de Russische dirigent Alexander Vedernikov stond de compositie voor het eerst op de lessenaar, maar zijn opwinding over de ontdekking van het werk maakte hij voelbaar in zijn bloedstollende uitvoering.

Hij liet in de contrabassen en pauken van het Radio Filharmonisch Orkest legers oprukken en trok je mee naar het verdriet van een vrouw die weet dat haar echtgenoot in een dodencel zit en wordt onthoofd. Niemand die dat meer invoelbaar kan maken dan Ekaterina Sementsjoek, de mezzosopraan met de verzengende laagte die je ook aantreft op speellijsten in Salzburg en New York.

Het Groot Omroepkoor was op dreef. De mannen schoten met scherp toen ze samenvielen met de geplukte basnoten in het orkest. Het vrouwenkoor liet de tranen van Maria's moeder op het publiek vallen.

Het tweede bedrijf is voor Kotsjoebej, de man die wacht op zijn beul. Je wordt meegevoerd in de gevoelens van de terdoodveroordeelde - een van de meest aangrijpende scènes van de opera. Ook Mazeppa wordt meer dan een machtsbeluste heerser. De Georgiër Lado Ataneli geeft in een lange monoloog zijn liefde voor Maria reliëf. Uiteindelijk zijn er louter verliezers. Maria, gezongen door de tintelend Petersburgse sopraan Gelena Gaskarova, wordt waanzinnig. Op de klanken van een slaapliedje sterft haar jeugdvriend Andrej (Vsevolod Grivnov) in haar armen. Lado Ataneli, de Mazeppa, bleef in zijn rol, en sprong bij het juichende slotapplaus op de dirigentenbok om zijn zege van deze Zaterdagmatinee te claimen.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 15 september 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten