dinsdag 7 april 2015

Rauw Berlijnse Groschenblues


Kurt Weill. Claron McFadden, Sven Ratzke, Fay Lovsky, Charly Zastrau Band 
Amsterdam, Concertgebouw, 9/8

In de Kleine Zaal van het Concertgebouw schittert de kroonluchter rood. Achter de Steinway zit een man met pet, op de hals van een contrabas rust een hoge hoed, op een tafeltje wacht een fles whisky op een late cafégast. Het zaallicht gaat uit, een donkere vrouw met Venetiaans masker spreekt op fluistertoon: 'Ik ga een verhaal vertellen dat niet waar is maar jullie zullen het allemaal geloven, en aan het eind kom ik terug en vertel ik dat het niet waar is.'
Na hun tournee van vorig jaar nemen de van oorsprong Duitse performer Sven Ratzke en de Amerikaans-Nederlandse Claron McFadden de concertbezoekers opnieuw mee naar het Berlijn van de jaren twintig, van Kurt Weill en zijn Dreigroschenoper. Het was de tijd waarin deze zoon van een Joodse cantor samen met de toneelschrijver Bertolt Brecht en zijn vrouw Lotte Lenya de podia bestormde met muziek, woorden en een keuze van onderwerpen die iedere Berlijner verstond.

Ratzke en McFadden nemen je mee naar hun vrije lezing van het Dreigroschenverhaal, naar de woningen achter de fraaie façades, met hun pooiers en hoeren, naar de macht van het geld en de dromen van een straatmadelief die ooit zelf aan de touwtjes van haar leven wil trekken.

Snel switchend tussen Duits, Nederlands, Engels en Frans laten ze die rauwe buurten tot leven komen - McFadden in grootse stijl. De operadiva, de actrice, het zwoele fluisterzangeresje, ze hebben allemaal een plek in deze schitterend theatrale voorstelling Groschenblues. Glamboy Ratzke, in strak zwart glittershirt, trekt zijn publiek met zijn lijf en stem de voorstelling in, met dank aan de nog lang niet uitgekauwde composities van het duo Weill en Brecht.

Seeräuber Jenny, De pooierballade, Surabaya Johnny maar ook minder bekende liederen rijgen ze aan elkaar met conferences in Berlijnse stijl.

Even belangrijk is het aandeel van de Zwitserse pianist en arrangeur Charly Zastrau. Hij heeft de partituur van Weill opnieuw gearrangeerd en doorbreekt de soms mechanische eenvoud van het origineel. Zijn basisensemble van piano, bas en drums breidt hij uit met elektrische gitaar, zingende zaag, vibrafoon en theremin, het elektronische instrument uit 1919 dat wordt bespeeld door de handen in de lucht te bewegen. Fay Lovsky is te horen als zangeres en vaardige bespeelster van al die instrumenten. Geweldige vondst: het etherische geluid van de theremin zet ze in als menselijke stem die als een jaloerse rivale de strijd aanbindt met de echte stem van Claron McFadden. Zoals het Dreigroschenverhaal voorspelt, wint schijn het van warme menselijkheid.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 11 augustus 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten