zondag 12 april 2015

Laatste ronde voor het Hilliard

Hilliard Ensemble
Vier heren met stemmen die klinken als een klok. Waarom is het Hilliard Ensemble dan toch aan zijn afscheidstournee begonnen?
Ineens boort een schroeiende saxofoonlijn zich door de serene mannenstemmen van het Hilliard Ensemble heen. Eerst mengt hij bijna ongemerkt met het homogene zanggeluid. Dan wordt hij scherper, schiet omhoog en maakt zich los van de textuur van de stemmen.Het is zomer 1993. In het Oostenrijkse St. Geroldsklooster, hoog in de Alpen, niet ver van de grens met Zwitserland, zijn de vier zangers bij elkaar gekomen als voorbereiding op het 25-jarig bestaan van hun platenlabel ECM. En ach, waarom niet meedoen aan een experiment? 
Die eerste kennismaking met jazzsaxofonist Jan Garbarek staat de zangers in het geheugen gegrift. David James, countertenor en ensemblelid van het eerste uur, blikt in een televisieprogramma terug: 'We raakten in een soort trance. Na afloop kwam ECM-baas Manfred Eicher naar voren, met vochtige ogen. 'Dit gaan we meteen opnemen', zei hij.'

Deze maand staat het Hilliard Ensemble voor het laatst op de podia. Na veertig jaar valt het doek voor de Britse succesformatie, die in de jaren zeventig ontstond toen vier koorzangers eens wilden proberen hoe het werken in een kleine bezetting zou bevallen. Ze hadden het tij mee. Dagelijks zond de BBC het programma Pied Piper uit, met louter oude muziek. Zo leerde een groot publiek de klanken uit de Middeleeuwen en de Renaissance kennen. Het Hilliard Ensemble viel op. Onder leiding van Paul Hillier was de klank van de stemmen naar elkaar toe gegroeid tot een verbluffende eenheid. Op lp's uit die tijd hoor je dat zelfs tussen de tonen door de ademhaling van de zangers gelijk op gaat.

Het bleef niet bij oude muziek. Arvo Pärt, de Estste componist van meditatieve werken, ontdekte dat het Hilliard precies de klank had die hij zich bij het schrijven van zijn stukken voorstelde. Hij nodigde de zangers uit voor projecten als Passio en Miserere. Er vormde zich een nieuwe kring van fans. Maar de grote doorbraak kwam met Jan Garbarek. Ineens werd de muziek van het Hilliard trendy. Hij werd gedraaid in cafés en als er een concert werd gegeven zag je tussen het klassieke publiek ook hippe twintigers.

Officium, de eerste gezamenlijke cd, brak door de grens van een miljoen verkochte exemplaren heen. David James hoorde tot zijn verrassing zijn eigen stem zelfs terug in een nummer van de band Enigma. Destijds was hij geschokt, nu kan hij erom lachen: 'Het is natuurlijk ook een compliment, maar we vonden het onbehoorlijk dat ze ons niet om toestemming hadden gevraagd. Erger was de titel van het nummer. De tekst gaat over de Maagd Maria. Zij noemden hun versie Principles of Lust. Dat ging ons te ver. We hebben de band voor de rechter gedaagd en wonnen de zaak - pas later kwamen we erachter dat alleen de advocaten daar voordeel bij hebben gehad.'

Jan Garbarek is erbij als het Hilliard Ensemble deze week in de Groninger Martinikerk en de Eindhovense Catharinakerk afscheid neemt van het Nederlandse publiek. Het doek valt definitief op 20 december, met een slotconcert in de Londense Wigmore Hall.

'Nee, die afscheidstournee is geen publiciteitsstunt', schatert Steven Harrold, tenor en de jongste van de Hilliards, door de telefoon. 'De reden is nogal prozaïsch. We plannen onze concerten minstens anderhalf jaar van tevoren. Met drie zangers die tegen de 60 lopen kunnen we niet instaan voor het niveau dat we op het moment van de concerten kunnen neerzetten. We hebben al een aantal malen een wisseling in onze bezetting gehad. Dat was nog op te vangen zonder dat het karakter van het ensemble eronder leed. Als je drie stemmen tegelijkertijd vervangt, lukt dat niet. We stoppen op ons hoogtepunt. Dat heeft iets moois, maar als ik eerlijk ben, was ik graag nog een tijdje doorgegaan. Zeker de ontdekkingen van onbekende werken zal ik enorm missen - onze reizen naar Armenië, waar we eeuwenoude muziek hebben gezongen en in Nederland de uitvoering van Bloed, een compositie van Cornelis de Bondt, dat waren spannende projecten.'

Inmiddels ligt de afscheids-cd in de winkel: Transeamus, 'laten we gaan'. Ook de stemmen van de oudste zangers klinken daarop nog verbluffend gaaf. Harrold: 'Met die cd komen we thuis. Net als op onze eerste plaat hebben we een programma gemaakt met muziek van het hof van Hendrik VIII en andere favoriete stukken uit die tijd. De harmonieën lijken simpel, maar de transparante klanken stapelen zich op en er ontstaat iets dat reikt naar hogere dimensies. Het zingen van die oude stukken werd voor ons een duizelingwekkend ervaring. Typisch Hilliard.'


Hilliard-hoogtepunten
De geschiedenis van het Hilliard Ensemble in vijf albums

1 Miserere (1991)
Arvo Pärts compositie Miserere, met de dirigent Paul Hillier, een van de oprichters van het Hilliard Ensemble, en het Orchester der Beethovenhalle Bonn. De vibratoloze zang van de zangers pakt in combinatie met blazers, buisklokken en pauken indrukwekkend goed uit.

2 Officium (1994)
Met de saxofoon van Jan Garbarek verkent het Hilliard Ensemble het spanningsveld tussen geïmproviseerde muziek en Renaissancezang. De cd wordt een kraker die het Hilliard Ensemble in een klap ook buiten de klassieke muziek beroemd maakt.

3 Quinto Libro di Madrigali (2012)
Werken van Gesualdo, met de sopraan Monika Mauch. De proef op de som: twintig jaar eerder maakte het Hilliard Ensemble een veelgeroemde cd met werken van Gesualdo. Het ensemble is een aantal bezettingswisselingen verder maar de spannende, wringende samenklanken in Gesualdo's werk staan als vanouds overeind.

4 Il cor Tristo (2013)
De hedendaagse Britse componist Roger Marsh gebruikt voor zijn nieuwe werk de canto's 32 en 33 uit Dantes Inferno. Hij combineert compositietechnieken en noten uit de Renaissance met zijn eigen, nieuwe idioom.

5 Transeamus (2014)
Terug naar waarmee het allemaal begon: middeleeuwse carols en motetten van grotendeels anonieme componisten. De stemmen van het viertal klinken op hun afscheids-cd verrassend fris, alsof ze nog jaren kunnen doorgaan. 
Rogers Covey-Crump, tenor
Samenwerken met een jazzsaxofonist, hoe werkt dat? Rogers Covey-Crump, tenor van het Hilliard Ensemble, legt uit: 'Jan Garbarek leest geen noot. Hij zou de stukken die we zingen wel van blad kunnen lezen, tenslotte heeft hij ook composities voor ons gemaakt, maar hij wil per se niet in onze partijen kijken. Van tevoren vraagt hij in welke toonsoort we zingen. Twee kruizen? Een mol? Dat is alles wat hij nodig heeft. Voor de rest gebruikt hij alleen zijn oren. Fantastisch.'
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 20 november 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten