woensdag 29 april 2015

Lofzang op liefde en jeugd in kale, koude loft

Opera. Giacomo Puccini: La Bohème. De Nationale Opera. Regie: Benedict Andrews. Solisten, Koor van De Nationale Opera, Kinderkoor De Kickers, Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Renato Palumbo. Amsterdam, Nationale Opera & Ballet, 4/12. Tot 30/12. Uitzending: 28/12 via NPO2.
Trendy modeontwerpers en televisie- sterren mengden zich op de première-avond van La Bohème onder de operaliefhebbers. Ze hebben gelijk. Geen mooiere eerste keer dan Puccini's lofzang op liefde en jeugd. Het leek alsof Benedict Andrews, de Australische regisseur die bij De Nationale Opera debuteert, zijn enscenering op dit publiek had afgestemd: van het Parijse zolderkamertje waar de liefde tussen Mimì en de dichter Rodolfo ontvlamt, maakte hij een podiumbrede, eigentijdse loft die je in elke stad kunt aantreffen, met wit gekalkte ramen en gipsplaten tegen de wanden en plafonds.

Het is er kaal en koud, maar meteen al in de eerste aria laat de Braziliaan Atalla Ayan je bloed sneller stromen. Als deze 28-jarige tenor Che gelida manina zingt, sleept hij je mee in de roes van verwachtingen, overmoed en overwinningskracht van de dichter Rodolfo. Je wilt onmiddellijk geloven dat de oorzaak van het ijzige handje van Mimì de koude kerstavond is en niets te maken heeft met haar hoestbui, een symptoom van de ziekte die haar langzaam verteert. Als zij aan Rodolfo vertelt wie ze is, klinkt de stem van de Italiaanse Grazia Doronzio jong en natuurlijk, maar wat schraal in de hoogte.

Ook de kunstenaarskroeg waarin ze warmte zoeken, sluit aan bij het jonge publiek in de zaal. Benedict Andrews pakt uit met een stortvloed van kleur: een jaarmarkt, zingende kinderen, een fanfare die voorbij trekt, een zwerver vooraan op het podium. De grote decorstukken laat hij als dansers in het rond draaien. De tegenstelling met de kale loft blijft maar kort effectief. Als de verleidster Musetta, goed getroffen door Joyce El-Khoury, zingt over de aandacht die ze van haar bewonderaars krijgt, verliest de regisseur de grip op de mensenmassa.

Met haar gouden glitterjurk valt Musetta op in de casual geklede menigte, maar er gebeurt te veel om haar heen om de broeierige spanning tussen haar en Rodolfo's vriend Marcello (mooie rol van de bariton Massimo Cavalletti) na te voelen. In de twee actes die dan nog te gaan zijn, vloeit de spanning weg uit de voorstelling. Dat is niet alleen te wijten aan de regisseur. De toch ervaren operadirigent Renato Palumbo laat het tempo te vaak inzakken, zodat de karakters weinig smoel krijgen.

Juist in La Bohème, met zijn summiere dialogen en zijn schetsmatige invulling van de personages, kunnen de zangers niet zonder rake kleuring van het orkest. Dat is de plek waar het borduurstertje Mimì nobele trekken krijgt, daar wordt de tegenstelling tussen de gevoelige Rodolfo en zijn feestvierende maten uitgewerkt.

Terwijl Thomas Oliemans (Schaunard), Gianluca Buratto (Colline) en Matteo Peirone (Benoit) in de laatste scène nog eens laten horen hoe trefzeker ze de vrienden van Rodolfo kunnen neerzetten, glijdt Mimì weg uit het leven. Het is lente, de witgekalkte ramen van de loft zijn schoongemaakt. Je ziet kinderen spelen op een grasveld. Terwijl de knoppen aan de bomen openbarsten, valt de arm van Mimì slap langs haar lichaam. De vrienden zijn diepbedroefd en bekommeren zich om Rodolfo - het publiek is in de trage slotscène al afgehaakt.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 6 december 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten