dinsdag 7 april 2015

Staiers linkerhand galoppeert over de toetsen als een oprukkend leger


Andreas Staier: Diabellivariaties. Andreas Staier. Muziekgebouw aan 't IJ, 8 oktober.
Een concert van Andreas Staier is alleen al op papier een avontuur. Zo zette hij samen met zijn collega-pianist Alexander Melnikov eens Bachs preludes en fuga's tegenover die van Sjostakovitsj - klavecimbel tegenover piano - en maakte zo de spanning tussen beide composities én uitvoeringstradities voelbaar.
Nu nam hij in het Muziekgebouw aan 't IJ een veelheid aan Diabellivariaties onder handen op een schitterende kopie van een fortepiano van de oude Weense bouwer Conrad Graf.

Terwijl een ander al bang is dat hij zich vertilt aan de reeks van drieëndertig variaties die Beethoven schreef op het thema van Diabelli voegde Staier daar nog eens een hele trits onbekendere variaties aan toe.

Historisch gezien is die opzet interessant: de kersverse muziekuitgever Anton Diabelli had immers als reclamestunt voor zijn nieuwe bedrijf een vijftigtal componisten gevraagd een variatie te schrijven op een walsje van eigen hand. Schubert was van de partij, en ook trendy pianovirtuozen uit het begin van de negentiende eeuw als Kalkbrenner, Moscheles en het achtjarige pianowonder Liszt gingen aan de slag.

De eigenzinnige Beethoven liet zich niet in spelregeltjes vangen. Zijn Diabellivariaties werden dé Diabellivariaties: een lange, immens spannende serie waarin hij in drieëndertig afleveringen van een speelse flirt met het walsje via dreigmomenten en achtervolgingsscènes naar een ontknoping leidt die zo enerverend is dat zelfs zijn laatste pianosonates erbij verbleken.

Voor Andreas Staier, uiterlijk een en al bedachtzaamheid, leverden juist de eenvoudigere variaties van Beethovens tijdgenoten problemen op. Een verraderlijk open deeltje van Carl Czerny kreeg hij niet ongeschonden uit zijn vingers. In Beethovens variatiereeks kwam de aap uit de mouw: Staier was niet fit. Tijdens het spelen waren er hoestbuien en tussen de variaties door greep hij naar de zakdoek en het glaasje water.

Toch ging juist dit rijk gelaagde stuk hem het beste af. Al in het originele thema van Diabelli was het een en al vernuftig timen, puntig articuleren en onbekommerde gein. Verderop galoppeerde zijn linkerhand over de toetsen van de fortepiano alsof het een oprukkend leger was.

Op het spannendste moment in de compositie zette hij de explosieve kracht van Beethoven af tegen een zacht neuriënde melodielijn - de handtekening van een man die speelt alsof hij Beethoven zelf heeft gekend.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 11 oktober 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten