Beethoven. Kristian Bezuidenhout, Orkest van de Achttiende
Eeuw o.l.v. Kenneth Montgomery. Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ, 5/2. Tot
7/2. Van 8 tot 10/2 in de Doelen, Rotterdam.
De geluksmachine, zelfgekozen subtitel voor het Orkest van
de Achttiende Eeuw, moet blijven draaien. Nu Frans Brüggen, die de bouten en de
radertjes voor het apparaat in elkaar knutselde, steeds zwakker wordt, kijkt het
orkest naar opvolgers voor de dirigent.
Vorig jaar zagen we Ed Spanjaard in Rotterdam aantreden in
een formidabele uitvoering van Mozarts opera Così fan tutte. Nu is het de beurt
aan Kenneth Montgomery, de Ier die gevormd werd door de oude school van
Celibidache en die, net als Spanjaard, een operakenner is. Niet uitgesloten dat
het orkest zijn positie op dat terrein wil versterken. Juist de opera bleek bij
Brüggen een zwakke plek. Zat hij bij de Così van Spanjaard nog een in rolstoel
in de zaal, nu was hij afwezig – herstellende van een operatie.
Voor Montgomery staat er nog geen opera in de steigers. Hij
begint met een beproefde Beethovenserie: alle pianoconcerten, inclusief een
aantal dansen en een solo voor posthoorn die we al kennen van eerdere
uitvoeringen. Ook Kristian Bezuidenhout en zijn fortepiano van de Weense bouwer
Graf zijn oude bekenden. Toch klinkt het orkest onder Montgomery anders. Onmiddellijk
valt op hoe fijn hij de verhouding tussen de piano en de strijkers in het
orkest nuanceert. Ook de mooie spreiding van de basklank en de timing van de felle
trompetten nemen je onmiddellijk voor hem in.
Kenneth Montgomery, zeventiger inmiddels, leidde het orkest
al eerder tijdens een tournee. Zelfs als je zijn gezicht niet ziet, vertellen
zijn handen wat hij van de orkestleden verwacht. Met een uitgestrekte
wijsvinger zette hij de musici op scherp. Even later daagde hij met soepel
vloeiende armbewegingen de zangkwaliteiten van de blazerssectie uit.
Kristian Bezuidenhout is in topvorm, zeker in Beethovens
lyrische Tweede pianoconcert. ‘s Ochtends had hij wat zitten experimenteren met
de thema’s van het stuk, vertelde hij na afloop van het concert. ’s Avonds klonk
er een cadens die alle stijlkenmerken van Beethoven had en toch gloednieuw was:
cadeautje van Bezuidenhout.
In het orkest kon je zien hoe de solofluitist met stralende
ogen naar links keek, naar de plek van de hoboïst, terwijl Kristian
Bezuidenhout de tijd nam om Beethovens Eerste en Tweede concert ontspannen te
laten uitademen. De geluksmachine draait op volle toeren – met dank aan Kenneth
Montgomery.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 7 februari 2014
Geen opmerkingen:
Een reactie posten