vrijdag 23 december 2011

Kerstmatinee: Haitink zorgt voor verrassingen


Bernard Haitink

Mozart, Strauss. Mitsuko Uchida, Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink. Amsterdam, Concertgebouw, 21/12. Herhaling op 23/12. Uitzending Straussprogramma op Eerste kerstdag live via Radio 4 en Nederland 2.
Kerst 2011 is voor Bernard Haitink. De man die in de jaren zeventig en tachtig de Kerstmatinees van het Concertgebouworkest op de kaart zette en ze met zijn Mahlervertolkingen tot hoogtepunten van het jaar verhief kiest voor een gewaagd programma. Voor twee programma’s eigenlijk. Mitsuko Uchida is soliste in Mozarts Pianoconcert KV 466, de sopraan Anja Harteros, alleen op Eerste kerstdag, in Strauss’ Vier letzte Lieder. Wat blijft staan is Eine Alpensinfonie, eveneens van Richard Strauss.
Juist dit werk geeft het programma een pikante smaak. Voor het concert van Mozart en Strauss’ Vier letzte Lieder valt iedere muziekliefhebber als een blok. Eine Alpensinfonie verdeelt de zaal in twee kampen. Het is extreme muziek, met hemelse klanken van de celesta en twee harpen en aards noodweer dat wordt aangedreven door een wind- en dondermachine. Strauss jaagt hier een koortsige veelheid aan ideeën door het orkest met een gelijktijdigheid die nog altijd experimenteel aandoet. Daar tegenover zet hij een eenzame hobo, of een hoornmelodie uit de verte. Het effect van die tegenstellingen is groots maar er zijn luisteraars die juist voor die uitersten een allergie hebben ontwikkeld.
Haitink, tachtiger inmiddels en eredirigent van het orkest, doet alles om de puurheid van Strauss’ compositie te laten spreken. Hij werkt op transparantie, op fijne tussenkleuren, op zorgvuldig gekozen rustpunten. De musici schitterden in hun solo’s, de orkestklank explodeerde, Haitink was in zijn element. Niet al zijn ideeën werden al op de eerste avond gerealiseerd, maar de magie die hij vooral in de zachte gedeelten van het werk liet doorschemeren was er van meet af aan en het kalme slot, met orgel en lage koperblazers, maakte diepe indruk.
Ook in Mozarts pianoconcert zorgde Haitink voor verrassingen. Hij opende met onschuldig klinkende, zacht strelende strijkers maar binnen die serene droomsfeer haalden de contrabassen en celli heftig uit en nam de operadirigent Haitink het woord. De slotscène van Don Giovanni klonk door in onheilspellende pauken. Mitsuko Uchida, van nature fijn nuancerend, zette Mozarts thema’s neer in zachte aquareltinten. Maar het drama dat onder de oppervlakte al in het orkest voelbaar was, borrelde ook in de pianopartij op. Fel zette de fragiele Japanse de bassen aan. In haar solocadensen ging ze nog een stapje verder. Als een film in een film schiep ze haar eigen wereld met haar eigen onderliggende drama en bood ze een fascinerend inkijkje op de binnenkant van Mozarts concert.
Biëlla Luttmer 
de Volkskrant, 23 december 2011

dinsdag 20 december 2011

Il viaggio a Reims - reis die niet doorgaat in opera die geen opera is


Il viaggio a Reims Foto: Annemie Augustijns

Rossini: Il viaggio a Reims. Vlaamse Opera. Koor en Symfonisch Orkest van de Vlaamse Opera o.l.v. Alberto Zedda. Regie: Mariame Clément. Antwerpen, 18/12. Herhalingen op 21, 23, 27, 29, 31/12 in Antwerpen en op 11, 13, 15, 18, 21/1 in Gent. Uitzending via Klara op 7/1.
De Paijse regisseuse Mariame Clément maakt het zich niet makkelijk. Bij de Vlaamse Opera heeft ze een reis geënsceneerd die niet doorgaat in een opera die geen opera is. Il viaggio a Reims is een ‘cantata scenica’, een gelegenheidswerk dat Rossini schreef ter ere van de kroning van Charles X in 1825. Hij vond zelf het verhaal uiteindelijk te dun en de veelheid aan virtuoze rollen te lastig te bezetten. Al na vier voorstellingen trok hij het werk terug. De muziek voldeed wel. Die kreeg voor een groot gedeelte een nieuwe bestemming in zijn opera Le Comte Ory. Sinds begin jaren tachtig wordt Il viaggio weer opgevoerd, zoals in 2007 bij de kroning Koning Albert II van Monaco. Een gelukkige ontwikkeling, want deze zangersopera heeft dan wel geen dramatische structuur maar stroomt over van briljante muzikale ideeën.
Clément zet alle zangers in een vliegtuig van de maatschappij Giglio d’Oro, Gouden Lelie: economy class bovenin, bediend door pinnige stewardessen, royal class op de benedenverdieping. De kwaliteit van de muzikale uitvoering komt onbedoeld met die indeling overeen. De koorzangers van de economy class hebben moeite in de pas te blijven met de Rossini-sterdirigent Alberto Zedda, de solisten van de royal class dragen monter kwinkelerend en met een duidelijke acteerpret de voorstelling.
Het vliegtuig, met de vaardige sopraan Serena Farnocchia als piloot, stijgt niet op. De solisten, ieder symbool voor hun land van herkomst, lopen wat met elkaar te flirten. Dat leidt tot spannende ensemblezang en een goed gespeelde hitsige scene op het krappe wc’tje van het vliegtuig tussen de Poolse (de volle, lenige mezzo Anna Goryachova) en de Rus (de veel zwakkere tenor Alexey Kudrya). Frankrijk is vocaal het best vertegenwoordigd. De hysterische sopraan Folleville (Elena Tsallagova) is met haar glossy uiterlijk en briljante stem de vleesgeworden superster en als haar sullig ogende echtgenoot Belfiore (Robert McPherson) zijn mond opendoet, stijgt hij haar met zijn aangrijpend mooie belcantogeluid naar de kroon.
Mariame Clément trekt een summier uitgewerkte onderliggende lijn naar het verenigde Europa. Daarin is zijn niet de eerste. Het Londense huis Covent Garden ging haar voor maar Clément kiest voor een vrijere aanpak. In een briljante, knotsgekke sketch laat de Oostenrijkse Don Profondo (Carlo Lepore) alle nationaliteiten voorbij trekken. Aan het slot zingt de Italiaanse Corinna (gave rol van Elena Gorshunova) op decimeterdikke plateauzolen in een koningsblauwe robe met Europese kroon op het hoofd haar grote aria.
Na afloop is het grootste applaus voor Alberto Zedda, de man die terecht alle aandacht vraagt voor  Rossini’s muziek. Zijn secuur gekozen tempi, waarin de zangers zonder gevaar hun vuurwerk kunnen afschieten, de manier waarop hij het Symfonieorkest van de Vlaamse Opera onderhuids laat pulseren en de geweldig mooie solofluitist van het orkest de vrije hand geeft maken de reis naar Antwerpen of Gent de moeite waard.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 20 december 2011