zaterdag 27 april 2013

Loevendie laat zich in geen enkel kooitje vangen



34 jaar geleden zette Theo Loevendie het sprookje De nachtegaal van Hans Christian Andersen op muziek. Het waren eigenzinnige, krachtige noten van een componist die zich in geen enkel muzikaal kooitje liet vangen. Kees van Kooten heeft de tekst nu onder handen genomen en omgedoopt in De dag- en nachtegaal, voor kinderen vanaf een jaar of 8. Op een nieuw luisterboek speelt het Noord Nederlands Orkest Loevendies onder leiding van Hans Leenders uitgebreide orkestversie. Van Kooten zelf neemt de spreekstem voor zijn rekening.    
Het sprookje gaat over de macht van een Chinese keizer, over de hielenlikkerij van zijn opperlakei, over de schoonheid van de natuur die rijker is dan de welke keizerlijke weelde ook. En over een keukenmeisje dat geen geld heeft, maar wel de zang van de nachtegaal weet te vinden. Zij is het die de keizer laat proeven van de wereld buiten de paleismuren. Net als in ieder ander sprookje is er een moraal. Aan het slot van het verhaal ligt de keizer op sterven. Te midden van alle paleispracht is het de zang van het onooglijke bruine vogeltje dat maakt dat de dood week wordt en de keizer spaart. Als dank mag de nachtegaal vrij rondvliegen in het rijk. Hij zal vertellen over het wel en wee van de bevolking en de keizer zal hem aanhoren.
Kees van Kooten heeft de tekst van Andersen op speels binnenrijm gezet dat prachtig aansluit bij de springerige noten van Loevendie. Hij laat de kinderen kennismaken met uitdagende woorden als humbug, brokaat, diercipier en tandwieltjesartrose. Naast de orkestversie met de stem van Van Kooten is er een karaokeversie met de oorspronkelijke septetbezetting uit 1974.
Destijds werd Loevendies theatermuziek gecombineerd met L’histoire du soldat van Igor Stravinsky. Loevendie volgde diens instrumentatie uit praktische overwegingen, maar de combinatie van klarinet, fagot, trompet, trombone, viool, contrabas en slagwerk pakte verrassend goed uit. De zangpartij van de kleine nachtegaal wordt niet gespeeld door een fluit, zoals je zou verwachten, maar door Loevendies eigen instrument, de klarinet, die lager trilt, glijdt en lokroept. De mechanische nachtegaal, de ‘dagtegaal’, heeft de penetrantere klank van een gestopte trompet. Samen met de fagot, het klokkenspel, triangels en pizzicatonootjes van de strijkers blaast hij een ritmische meezingtune waar het volk en de hovelingen direct voor vallen. 
Voor Van Kooten houdt het verhaal daar niet op. Andersens zachte hints naar sociale misstanden in China gaf hij een scherp randje. Hij maakte de keizer ‘zo rijk en machtig dat werkelijk alle Chinezen niets anders deden dan jaknikken, buigen en vrezen’. Wie niet deed wat de keizer wilde, kon rekenen op drie stompen in de buik, onmiddellijk na het eten.
Van Kooten geeft de keizer de stem van een wereldvreemd typetje dat blind vaart op de berichten die hem via zijn opperlakei bereiken. Die hoofdbediende krijgt een snerpend, mechanisch hoog geluid. Geen twijfel mogelijk: dit is de slechterik in het verhaal.    
Na afloop blijft het het riedeltje van de nepnachtegaal het langst rondzingen. De variërende melodie van het levende diertje, zonder beat en bas, klinkt terloopser, minder dwingend. Net als de echte natuur is het mooi en kwetsbaar tegelijk. Loevendie heeft met De dag- en nachtegaal een fantastisch stuk gecomponeerd dat ook na drie decennia nog fris en verrassend is gebleven. Met de tekst en de stem van Kees van Kooten krijgt het werk een verdiende update.
Kees van Kooten, Theo Loevendie. De dag- en nachtegaal. Noord Nederlands Orkest o.l.v. Hans Leenders. Uitgeverij De Bezige Bij/Zoem. ISBN 978 90 234 3698 0 
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 2 december 2008