maandag 14 januari 2013

Owen Wingrave, angstaanjagend psychologisch drama



Opera Trionfo, het piepkleine gezelschap uit Haarlem, heeft een primeur. Met een nieuwe productie van Owen Wingrave brengt het Benjamin Brittens televisieopera in geënsceneerde vorm op de planken. Dat is voor het eerst, in Nederland.
De opera, in 1970 geschreven voor de BBC televisie, werd destijds kritisch ontvangen. Hij lijkt te draaien om een van Brittens stokpaardjes: zijn weerzin tegen wapengekletter. Owen Wingrave is een jonge officier in opleiding die alles heeft wat een toekomstige legerleider zich kan wensen: moed, visie, de juiste militaire genen. Maar in de stem van bariton Karel Ludvik, vertolker van de titelrol, hoor je al een kwetsbaarheid die anders is dan de stoere tenorklank van zijn maat (Mark Omvlee). Hij besluit zijn geweer aan de wilgen te hangen. Zijn omgeving is ontzet en probeert hem op andere gedachten te brengen. En dan neemt het verhaal een verrassende wending. Juist uit de militaire wereld krijgt hij  begrip en warmte. De veroordeling van Owen Wingrave komt uit een andere hoek. De compositie met het stempel ‘anti-oorlogsopera’ ontwikkelt zich tot een veellagig psychologisch drama.
Je kon het al zien aankomen. Het toneelbeeld van Gary McCann wordt gedomineerd door schilderijlijsten. Ze zijn leeg. Je zou er militaire kopstukken bij kunnen verzinnen, of een adellijke familie. Soms breekt die gezichtsloze portrettenverzameling open. Dan verschijnt de rood uitgelichte kamerhoge tronie van een oude voorvader van Owen Wingrave.
De regisseur Floris Visser suggereert maar vult niet veel in. Dat werkt indrukwekkend goed, alleen al als tegenwicht voor de muziek. Die spreekt duidelijke taal. Met pauken en een kleine trom, een fagot en een hoorn voorspellen Ed Spanjaard en de musici van het Nieuw Ensemble al in de eerste maten onheil.
Intussen overheerst op het podium het grijs van de wanden, de stoelen, een tafel. Als Wingrave zijn familie op het landgoed Paramore op de hoogte brengt van zijn besluit zijn de vrouwen, in uniform zwart, nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Een schelle, harde stem, daaraan herken je de tante van de ouderloze Owen – beangstigend realistisch neergezet door Francis van Broekhuizen. De begripvolle vrouw van Owens docent aan de academie straalt met de romige toon van Bauwien van der Meer warmte uit. Zijn verloofde Kate (Anna Traub) heeft hysterie in haar hoge register. Maar het angstaanjagendst is een onzichtbaar kinderkoor. Dat duikt af en toe op met een simpel archaïsch melodietje en een tekst die als een mantra telkens opnieuw voorspelt: Paramore shall welcome woe.
De familie worstelt met de beslissing van Wingrave, ook de oude generaal in zijn rolstoel, krachtig gespeeld door Bernard Loonen. Meesterlijke vondst: als ze aan tafel gaan en stil zijn voor hun gebed verschiet de kamer naar een kleurloos grijsblauw. De muziek wordt stil gelegd met lange, lage tonen. Stuk voor stuk komen de familieleden aan bod met hun persoonlijke gedachten.
Maar als het licht weer aan gaat, vormen ze één wreed front. Links staat Owen, rechts het zwarte machtsblok dat hem zijn trouw aan zijn eigen opvattingen niet vergeeft. Scherp als een vuurpeloton verstoten ze de man die schande brengt over het oude geslacht.
Twee aaneengesloten uren lang voert Opera Trionfo je met milde hand mee naar de horror van het slot van Owen Wingrave, een opera die lang verborgen is gebleven maar die zich kan meten met de beste werken die Benjamin Britten heeft geschreven. 
Benjamin Britten: Owen Wingrave (kamermuziekbewerking van David Matthews). Opera Trionfo. Regie: Floris Visser. Solisten, Nieuw Amsterdamse Kinderkoor, Nieuw Ensemble o.l.v. Ed Spanjaard. Haarlem, 11/1. Tournee: Groningen, Den Haag, Heerenveen, Arnhem, Heerlen, Amsterdam, Rotterdam, Utrecht.
de Volkskrant, 14 januari 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten