Wie een kaart had gekocht voor het Boedapest Festival Orkest
werd in het Concertgebouw verrast door vier saxofonisten op het podium. Lady be
good speelden ze. Lekker swingend, mooie timing. Pas daarna schoven de orkestmusici
aan, in een halve cirkel rond het saxofoonkwartet. Ze zetten in: de Mars uit
Sjostakovitjs’ Suite voor variété-orkest, waarin ook de saxofonisten een rol
hebben. Pas toen het stuk al was begonnen daalde Iván Fischer, oprichter en
chef-dirigent van de Boedapesters, de trap naar het podium af.
Voor Fischer is de gebruikelijke sfeer van keurige
ingetogenheid in de concertzaal niet heilig. Die houding sloeg over op het
publiek. De etiquette - niet klappen tussen de delen van één compositie - viel
weg en ook het vaste legertje keelschrapers, neussnuiters en
hoestsnoepjeszoekers hield zich gedeist. Zelden was het Concertgebouwpubliek zo
stil. Alle aandacht was gericht op een virtuoze xylofoonsolo of een wervelende
tamboerijn in Sjostakovitsj’ Suite die met veel applaus en gefluit werden
toegejuicht.
Pas toen de violiste Liza Ferschtman in een wolk van paarse
stof haar entree maakte sloeg de uitgelaten sfeer om. Op de lessenaars stond de
Serenade van Leonard Bernstein, een vioolconcert uit de tijd vóór West Side
Story waarin Bernstein heeft geprobeerd de liefde volgens oude Grieken als
Phaedrus en Aristophanes in klank te vangen.
Ferschtman begon te spelen, zacht en bezwerend, met een toon
die je dwingt mee te gaan in de enkele vioollijn waarmee de Serenade begint –
een lofrede op de liefdesgod Eros. Maar de liefde liet ook andere kanten horen.
Schor en ver weg klonk de viool als Ferschtman een demper op haar snaren zette.
De zinnen werden afgekapt, er doken climaxen op en felle tegenstellingen. Met
een schitterend gedoseerd vibrato versmolt de viool met het orkest. Het slot
zit vol jazzinvloeden: blue notes en een solo op contrabas. Bruisend en in
waaghalzig tempo buitelden Ferschtman en het orkest naar een hoogtepunt toe.
Na de pauze luisterde Ferschtman op het frontbalkon naar de Tweede
symfonie van Rachmaninov waarin Fischer de uitersten in de compositie scherp
tegenover elkaar zette. Maar de grootste attractie was de klank van het
Boedapest Festival Orkest. Die lijkt in de meest robuuste passages op één
overdonderende geluidsexplosie maar als je goed luistert hoor je daarbinnen alle
kleurige bouwsteentjes waaruit die klank is opgebouwd.
Het Boedapest Festival Orkest gaat deze week met Liza
Ferschtman op tournee naar Newark, New York en Montreal. Ferschtman vervangt Janine Jansen, die op doktersadvies rust neemt.
Rachmaninov, Sjostakovitsj, Bernstein. Liza Ferschtman, Boedapest Festival Orkest o.l.v. Iván Fischer. Amsterdam, Concertgebouw, 13/1.
de Volkskrant, 15 januari 2013
Geen opmerkingen:
Een reactie posten