vrijdag 25 januari 2013

Cornelis de Bondt verbrandt zijn eigen oeuvre



Het is klaar, over, voorgoed voorbij. Cornelis de Bondt heeft 33 jaar van componeren afgesloten met zijn laatste compositie in de huidige muziekpraktijk. Die eerste en laatste uitvoering van ‘Das Lebewohl’, een opdrachtcompositie voor de Radio Kamer Filharmonie, werd gespeeld in een matig gevuld Muziekgebouw aan ’t IJ.  
Van meet af aan was duidelijk dat er iets theatraals zou gebeuren. De man van de pamfletten en de statements die vorige week met een gierende heliumballon een concert van het Concertgebouworkest verstoorde zou zichzelf tekort doen zonder spetterend slotakkoord. Van tevoren kon je hem zien smiespelen met een jongen die in parka en met een groene baret op in de Grote Zaal van het Muziekgebouw aan ’t IJ zat. Zou die met een bazooka de partituren naar een andere wereld knallen? Of het publiek in gijzeling nemen om toch nog een doorstart van de Radio Kamer Filharmonie te forceren?
Niets van dat al. Na een brave uitvoering van een compositie die met spannende gongslagen begon maar vervolgens bleef steken in zouteloze citaten werden de partijen in een kano gelegd. Als een doodskist werd hij op de schouders gehesen en te water gelaten in het IJ. En pas toen werd het echt spannend. De kano zou in brand moeten vliegen maar dat mislukte, waarna een leerling van De Bondt met gevaar voor zijn leven in het ijskoude water sprong om de truc alsnog te voltooien. Om Das Lebewohl hoeven we geen traan te laten. Wel om eerdere werken van De Bondt, zoals Die wahre Art, een stuk dat eerder die avond door pianist Gerard Bouwhuis en het orkest met vuur werd gespeeld. Net als al het andere werk van De Bondt mag het niet meer worden uitgevoerd.  
de Volkskrant, 26 januari 2013
Rond De Bondt. Gerard Bouwhuis, Radio Kamer Filharmonie o.l.v. Martyn Brabbins. Amsterdam, Muziekgebouw aan 't IJ, 24 januari.  

De artistieke staking van Cornelis de Bondt (59) is een rigide stap die past bij de componist die ook in zijn werken radicale keuzes maakt. Karkas, Bloed, Bint, Het gebroken oor, Die wahre Art - het zijn stukken met glasheldere vormen en snoeiharde klanken die soms worden verzacht door citaten uit een ver verleden. Gezangen van Monteverdi, Marenzio en Josquin zijn erin terug te vinden en fragmenten uit werken van Bach en Schönberg.
De Bondt is gepokt en gemazeld in de Haagse School, de stroming die zich kenmerkt door nuchterheid en strengheid en die daarmee de tegenpool vormt van de Rotterdamse School, waar intuïtie een belangrijke leidraad is bij het componeren. De belangrijkste Haagse componisten zijn Louis Andriessen, Jan van Vlijmen, Martijn Padding en Cornelis de Bondt. Maar de scheiding tussen nuchterheid en intuïtie is bij De Bondt in de praktijk geen harde grens. Zijn oud-docent Jan van Vlijmen merkte over hem op: 'Pas op, misschien is hij wel de meest intuïtieve van ons allemaal.'
Zeker de laatste decennia gaat hij de confrontatie met het verleden aan. Zijn persoonlijke verleden - de invloed van een vader die in de oorlog gevangen zat in een concentratiekamp - kreeg een plaats in Bloed. Met de titel van zijn nieuwste compositie, Das Lebewohl, refereert hij aan de 26ste pianosonate van Beethoven - een iconisch werk uit een collectief muzikaal verleden. Het is geschreven voor het afscheid van de Radio Kamer Filharmonie, het orkest dat door bezuinigingen ophoudt te bestaan. Daarnaast wordt het De Bondts eigen afscheid van 'de huidige hedendaagsemuziekpraktijk'.
de Volkskrant, 24 januari 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten