Met paukengeroffel begint Schubert aan zijn eerste symfonie.
Hij is dan zestien en stroomt zo te horen over van lef. En ook zijn Tweede en
Derde is hij niet te stuiten in zijn drang om de wereld te veroveren. Terecht
hebben Marc Minkowski en Les musiciens du Louvre Grenoble niet alleen de
beroemde ‘Tragische’, de ‘Unvollendete’
en de ‘Grote’ symfonie op cd gezet maar ook de symfonieën die hij als tiener
schreef. Minkowski heeft er maatwerk van gemaakt. Voor de vroege symfonieën
kiest hij een kleine bezetting van historische instrumenten waardoor ze licht
en lenig klinken. In de ‘Grote’ symfonie ziet hij een klankverwantschap met Die Schöpfung van Haydn, en de Negende van Beethoven. Daarom heeft hij de
contrabasgroep iets groter gemaakt en de fluiten en hobo’s in de hoogte verdubbeld.
Bij de klarinetten en fagotten zet hij juist de diepte sterker aan. Zo ontstaat
een ruime, orgelende klank – Minkowski’s persoonlijke, onweerstaanbare visie op
Schubert.
Marc Minkowski, Les musiciens du Louvre Grenoble: Schubert. Naïve.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten