Barbara Hannigan als Lulu
Opera
Alban Berg: Lulu. Regie: Krzysztof Warlikowski. De Munt,
Brussel. Barbara Hannigan, Tom Randle, Dietrich Henschel, Charles Workman,
Symfonieorkest van de Munt o.l.v. Paul Daniel. Koninklijke Balletschool
Antwerpen. Danssolo: Rosalba Torres Guerrero. De Munt, Brussel, 14/10. Tot 30
oktober.
Krzysztof Warlikowski heeft iets met gevaarlijke vrouwen. In
Cherubini’s Medée liet hij een moordlustige Amy Winehouse lookalike opdraven,
in Verdi’s Macbeth draaide de machtswellust van de Lady uit op een spel van
kinderen met de ledematen van dode soldaten. De Poolse regisseur is opnieuw in
de Munt in Brussel, nu met het vrouwelijke gevaar in zijn – of liever haar –
essentie: Lulu. Naakt en ongenaakbaar zet hij haar op het podium, uitgeleverd
aan een eindeloze rij mannen waar ze tegelijkertijd als een generaal over
heerst.
Alban Berg modelleerde zijn opera in de jaren dertig naar Freudiaans
gekleurde teksten van Frank Wedekind die een spannend contrast opleverden met
de heldere twaalftoonstechniek van zijn muziek. De opera bleef onvoltooid. Wie
hem opvoert moet kiezen tussen Bergs pure, onaffe versie van twee actes en de
versies aangevuld met een slotacte van Friedrich Cerha of Eberhard Kloke.
Warlikowski koos voor de Cerha-versie, waarin Lulu na een leven van seks, macht
en destructie wordt vermoord. Hij vermengt die met fragmenten uit de film Black
Swan. Daarin gaat een danseres te gronde aan haar drang naar perfectie.
Zijn Lulu is kind en femme fatale tegelijk. Haar naam rijmt
op Lolita, en op Lilith. Lulu is niet als mannenverslindster geboren maar moet
het verleiden leren – eerst in een rolstoel, dan op krukken en uiteindelijk
hoog op de spitzen. Die werdegang wordt door de sopraan Barbara Hannigan
fenomenaal neergezet. Vrijwel onafgebroken is ze in beeld, vaak naakt, in
alleen een doorzichtige slip en bh die de naaktheid van haar lichaam extra
benadrukken. Ook als danseres is ze naakt. Haar voorzichtige passen zijn niet
gespeeld. Ze heeft het lopen op spitzen pas tijdens de repetities onder de knie
gekregen. Geweldig hoe ze de technische uitdagingen overstijgt en haar rol
wankelend en krachtig tegelijk neerzet. Ze dolt met de stratosferische hoogten
in Bergs partituur en acteert met groot inlevingsvermogen, zodat een Lulu
ontstaat waar je koud van wordt.
Het probleem van de voorstelling zit in de mateloosheid van
Warlikowski. Lulu is overal. Boven het toneel zie je haar op filmbeelden als
een popperige pornovrouw. In een glazen kooi doen mini-Lulu’s hun
balletoefeningen. Ze worden onschuldig lachend weggedragen door een sm-meester.
Op een metrostation sturen rappers haar sms’jes met ‘I fucking love you’. Die
veelheid van Lulu’s maakt haar tot een anonieme figuur, net als de stoet mannen
die aan haar voeten liggen.
Aan het slot van de eerste acte is het even weldadig stil. Een
balletdanseres in zwarte tutu danst de sterfscène van de zwarte zwaan. Lulu
kijkt toe, maar aan de andere kant van het podium loert de sm-meester.
Ze eindigt als een oude, getekende vrouw. Als ze geld wil
verdienen met haar oude stiel treft ze opnieuw een alter ego: een man met haar
hoerenmakeup en haar hoerenpruik. Hij is het die haar de doodssteek geeft. Of
is ze het zelf?
Intellectueel kun je met Warlikowski’s enscenering een
aardig potje stoeien. Maar tijdens de voorstelling raak je verlamd door de veelheid
van beelden die gelijktijdig worden vertoond. Het grootste slachtoffer is de
muziek van Alban Berg. Tijdens de heftigste orkesterupties dendert Warlikowski daar
met een bombardement van beelden nog eens overheen: in de kooi sterft een man,
op het filmscherm neukt een vrouw, op het toneel is er een fellatio met een
pistool. Dat houdt geen mens 4 uur lang vol.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 16 oktober 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten