Opera
George
Benjamin en Martin Crimp: Written on skin. Regie: Katie Mitchell. Elin
Rombo, Bejun Mehta, Christopher Purves, Nederlands Kamerorkest o.l.v. George
Benjamin. Amsterdam, Muziektheater, 6/10. Tot 23/10. Uitzending op 27/10 via
Radio 4
‘Ontmantel de steden, bedek het land met gras. Vermorzel de
drukpers, maak van elk boek een kostbaar voorwerp, op huid geschreven,’ zingen engelen
in George Benjamins nieuwe opera Written on skin. Ze zien er in hun zwarte
zakenoutfits uit als kantoorbediendes. Hun hemel is een tl-verlicht Zalandomagazijn,
waarin ze pakketten versturen, kleren vouwen en aan een rek hangen en, soms,
een van hen in een mensenkostuum hijsen en vermomd als Jongen naar de aarde
sturen, naar een periode die honderden jaren terug ligt in de tijd.
Die aarde is een deur verderop in het gebouw en wordt belicht als een schilderij van een zeventiende-eeuwse meester. Aan een
houten tafel zit een naamloze Protector, een wreed en machtig heerser die zijn
glorieuze bestaan wil laten optekenen: de vijanden keurig in de hel, hijzelf en
zijn vrouw in het paradijs. Het gaat fout als de Jongen die het boek moet
schrijven een plaats krijgt in het zorgvuldig geordende leven van de Protector.
Hij maakt de gehoorzame Vrouw nieuwsgierig naar echte gevoelens. Vanaf dat
moment is er geen houden meer aan. Hun wereld dondert in elkaar. Ze hadden kunnen
weten dat er hogere machten in het spel waren. De stem van de Jongen is die van
een countertenor met de onaardse hoogte die van oudsher is gereserveerd voor
bovennatuurlijke wezens. Met de wereldster Bejun Mehta heeft de Nederlandse
Opera zich verzekerd van een eersteklas vertolking.
De nieuwe opera van het koppel George Benjamin en de
librettist Martin Crimp was afgelopen zomer dé sensatie op het festival van
Aix-en-Provence. In Amsterdam leek het alsof het publiek op adem moest komen na
de heftige emoties in de slotscène. De opera speelt zich af in een uitvergroot
poppenhuis, met vakjes voor de hemel en het rijk van de Protector die in andere
regies een storende voorspelbaarheid zou opleveren. Hier versterkt het de
dubbelheid van de opera, het spel met afstand en nabijheid dat Martin Crimp in
zijn tekst voortdurend uitbuit. Katie Mitchell sluit daar in haar regie mooi op
aan, met mechanische bewegingen voor de engelen en emotionele menselijkheid
voor de Vrouw en haar Protector.
George Benjamin voert zijn publiek met zachte hand mee de
diepte in. Als componist en dirigent ontlokt hij aan het transparant spelende
Nederlands Kamerorkest geruststellende klanken van een viola da gamba,
getokkelde celli, streelzachte violen. Een lange fagotmelodie begeleidt de
tranen van de Vrouw die zo graag bij haar naam – Agnès – genoemd zou worden –
een rol die door de Zweedse sopraan Elin Rombo een warme, gloedvolle vertolking
krijgt.
Indrukwekkend is het moment waarop de Protector de pagina
onder ogen krijgt, met de afbeelding van de hel – daarin branden niet zijn
vijanden maar ziet hij hoe zijn vrouw de liefde bedrijft met de Jongen. Dan wordt
de theatrale kracht van de bariton Christopher Purves duidelijk. Zijn stem breekt
en het duurt even voordat hij zich met een nieuwe wreedheid herpakt. Als de aardse
stormen en de dreigende trompetten zijn uitgewoed, klinken de hemelse tonen van
een glasharmonica.
De engelen trekken zich terug, de diep menselijke liefde blijft
nog lang nazinderen.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 8 oktober 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten