Mozart,
Beethoven, Wagner. Maria Joao Pires, Scottish Chamber Orchestra o.l.v. Robin
Ticciati. Rotterdam, de Doelen, 31/10.
Het Scottish Chamber Ochestra, ooit verbonden met de naam
van de dirigent Charles Mackerras, is thuis in East Neuk, en in de kerkjes van
Crail en Cellardyke. Maar het timmert ook aan de weg in India en de VS. En in
Rotterdam, waar de Schotse trots voor een eenmalig concert aandeed. Op de bok
stond Robin Ticciati (29), sinds 3 jaar chef bij het ensemble en een vertrouwd
gezicht in Rotterdam. Met een score van 13 uitnodigingen mag hij zich tot de geliefdste
gastdirigenten van het Rotterdams Philharmonisch Orkest rekenen – al merkte hij
vorig jaar bij het Koninklijk Concertgebouworkest dat die reputatie nog geen
garantie biedt op herhaling van die successen. Met zijn eigen orkest liet hij
horen hoe langduriger contact uitpakt.
Het SCO is een freelancersensemble, samengesteld uit musici
die zich hebben verdiept in de historische uitvoeringspraktijk maar die grotendeels
spelen op moderne instrumenten. Uitzonderingen zijn de natuurhoorns, de oude trompetten
en trombones en de kleine pauken. Zij staan garant voor een karakteristieke ‘historische’
klank. Toch stond in de Doelen geen fortepiano maar een glimmende Steinwayvleugel
klaar voor het 17de pianoconcert van Mozart. Geen probleem, zeker
niet als Maria Joao Pires als soliste is ingevlogen, de Portugese godin van de
omfloerste, tedere klank. Tegenover de ruig-frisse bries van een
fortepianospeler zette Pires haar hemelse zangerigheid, die door Ticciati
liefdevol werd onderstreept met ragfijne strijkerslijnen en af en toe een
speelse speldenprik van de houtblazers. Toch bekroop je na twee zorgvuldig gestileerde delen het gevoel dat je niet alleen gestreeld wil worden maar ook
geprikkeld.
Die prikkels kwamen er in Mozart niet meer van. Wel in
Wagners Siegfried Idyll en in Beethovens Zesde symfonie, de ‘Pastorale’. In
beide werken zette Ticciati de lange lijn voorop maar in Siegfried Idyll kwam
daar een opbouw bij die uitpakte als een miniopera, met een slotscène die werd
aangevuurd door zwaarder aangezette contrabassen en, niet minder spannend, een
tintelend lichte hobosolo.
In de ‘Pastorale’ penseelde hij met horizontale streken van
zijn linkerarm een sereen landschap, maar onder de oppervlakte gistte het.
Volkse dansritmes, boertige blazers priemden brutaal door de lichte
strijkersbegeleiding heen. De kleine pauken liet hij in het onweersdeel fel
oplichten.
Over de toekomst van Robin Ticciati hoeft niemand zich
zorgen te maken. Voor een man die in kleine schakeringen zo markant durft uit
te pakken en tegelijkertijd vasthoudt aan één overkoepelende idee staat de
wereld in de rij.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 3 november 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten