Rafelrandjes horen erbij als je naar een opname van
historische instrumenten luistert. Ze geven je het gevoel dat je bovenop de
musici zit, zonder tussenkomst van een poetsgrage technicus. Bij het Freiburger
Barockorchester, een oudemuziekensemble dat zonder dirigent speelt, zit je op
de eerste rang. In de Pianoconcerten KV 453 en 482 van Mozart voel je de adem
van de natuurhoornspelers langs je wang strijken. Hun nauwelijks zuiver te
krijgen toon geeft de orkestklank een mooie, ruige sfeer. Kristian
Bezuidenhout, begenadigd bespeler van de fortepiano, loopt zich al tijdens de
orkestinleidingen warm voor de solopartijen verderop in het stuk. Met
eigenwijze accentjes voegt hij in tussen de orkestmusici. Verderop laat hij de
toon van zijn Walterpiano uitgroeien tot een soevereine persoonlijkheid maar
het orkest houdt geen gelijke pas. Er komen er deukjes in het tempo en de
spannende lijn verslapt – risico van het spelen zonder dirigent. Jammer dat bij
de opname niet alleen de prettige rafelrandjes maar ook de kwijnende lijnen zijn blijven staan.
de Volkskrant, 21 november 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten