Emmy
Storms: ‘Ik praat met mijn viool. Als ik speel, ben
ik een verhaal aan het
vertellen, net zoals ik nu met jou
aan het praten ben. Zo gemakkelijk gaat het
voor mij.’
Spelen, dansen en werken aan de nieuwe theaterproductie La
Llorona: ontspannen in de zon liggen is er voor Emmy Storms (23) even niet bij.
Vanaf 6 augustus is de violiste young artist in residence tijdens de NJO
Muziekzomer in Gelderland. In Amsterdam loopt ze zich warm voor drie
voorstellingen waarin ze La Llorona op de kaart wil zetten. ‘Ik heb nog nooit
zo hard gewerkt.’
In een studio van MuziQ, in Watergraafsmeer, reikt danser Pim Veulings Emmy Storms een viool aan. Ze voelt aan het instrument, strijkt behoedzaam met een vinger langs de snaren, bekijkt het van alle kanten als een moeder die voor het eerst haar kindje ziet. Als ze begint te spelen, klinken de noten voorzichtig, verlegen bijna. Maar dan bindt de danser haar een rode sjaal om en de onschuld glijdt van haar af als een zijden onderjurk van een femme fatale. Ze geeft het melodietje ritme, laat het uitgroeien tot een tango en de danser en de tengere violiste leggen hun gezichten tegen elkaar en draaien sensueel om elkaar heen. In het vuur van een virtuoze passage laat Emmy Storms zich achterover vallen en opvangen – een spectaculair beeld, uitdrukking van totale overgave.
‘Die sjaal is een authentieke rebozo, een doek waarin
vrouwen in Latijns-Amerika hun kinderen dragen,’ vertelt ze in de pauze van de
repetitie. ‘Hij is even van mij, maar gaat dan naar een ander. De dans gaat
verder, maar niet met mij. Net als in het verhaal van La Llorona is de liefde
vergankelijk.’
De mythe van La Llorona (‘de huilende vrouw’) is bekend in
heel Latijns-Amerika: een vrouw van Indiaanse afkomst krijgt een relatie met
een rijkere man, een man van een andere stand. Ze krijgen twee kinderen maar
dan laat hij haar in de steek voor een vrouw van zijn eigen stand. In haar
waanzin, in de uitzichtloosheid van het moment, gooit ze als een Griekse Medea
haar twee kinderen in de rivier. Ze heeft onmiddellijk spijt, wil sterven om samen
met haar kinderen in de hemel te zijn, maar ze moet verder in een leven dat
geen leven meer is. Als straf moet ze haar tijd doorbrengen aan de rivier,
zoekend naar haar kinderen.
In de nieuwe theaterversie van Emmy Storms en regisseur
Miranda Lakerveld gaan tango en Mexicaanse volksmuziek een relatie aan met een
opera van Dvorák, een Iers volksliedje en een korte compositie van Emmy Storms
zelf, die een brug moet slaan tussen de verschillende stijlen en sferen. De
verbindende factor tussen die programmaonderdelen is het verhaal van La Llorona,
dat overal in de wereld opduikt. Met een gitarist, een danser, een zangeres en
Emmy Storms krijgt de mythe een nieuwe, theatrale vorm.
De passie in La Llorona is aan Emmy Storms wel toevertrouwd.
Wie haar vorig jaar heeft gehoord tijdens de finale van het Oskar Backconcours
in het Amsterdamse Concertgebouw ziet haar vurige blik nog voor zich en hoort
nog hoe de abstracte sprongen in een moderne compositie ineens een logische
samenhang kregen. Modern en onbegrijpelijk werd in handen van Emmy Storms verleidelijk
ritmisch en op een ruige manier aanstekelijk. Deze zomer studeerde ze af aan
het Koninklijk Conservatorium van Den Haag maar naast klassieke muziek heeft ze
altijd volksmuziek gespeeld. Die twee kanten combineert ze in haar eerste
theatervoorstelling: ‘Ik wilde iets doen met Ierse volksmuziek, tango,
klassieke muziek en theater. Een gitaar, een viool en een eenvoudig decor, dat
was mijn idee. Totdat ik ging praten met regisseur Miranda Lakerveld. Zij kwam
net terug uit Mexico, waar ze een project had gedaan over La Llorona. Haar idee
om de oude mythe te combineren met mijn plannen sprak me onmiddellijk aan.
Vanaf maart zijn we aan het experimenteren en geleidelijk is er een
voorstelling uit gegroeid.’
Op blote voeten en in een zomerrokje lijkt Emmy Storms
jonger en kwetsbaarder dan op het podium en als ze over La Llorona praat, geeft
ze liever het woord aan Miranda Lakerveld: ‘Zij legt logische verbanden, ik
denk meer in melodieën en harmonieën.’ Maar als het over vioolspelen gaat,
hoeft ze niet naar woorden te zoeken: ‘Dat vioolspelen is op mijn vijfde
begonnen als een spelletje en heel lang is dat voor mijn gevoel zo gebleven. Pas
op het conservatorium leerde ik dat andere mensen het ook leuk moeten vinden om
naar me te luisteren. Daar heb ik ontdekt dat je ook veel plezier kunt hebben
in het overtuigen van anderen in jouw manier van muziek maken, in jouw muzikale
mening over een stuk. Maar tussen de klassieke optredens door ga ik af en toe
naar Ierland – spelen in een pub, zonder schoudersteun, met de techniek van de
lokale musici. Dat hoort ook bij me.’
De repetitie wordt weer opgepakt. Elnara Shafigullina schuift aan,
zingt met haar diepe mezzo het 'Lied aan de maan' uit Dvoráks opera Rusalka. De
danser bindt haar de rode sjaal om en begint haar te verleiden. Emmy Storms
doet een stapje terug, kijkt van een afstand hoe de danser en de zangeres in
elkaar opgaan. De dans gaat verder - zonder haar.
Emmy Storms - viool
Pedro Diaz Acosta - gitaar
Elnara Shafigullina - sopraan
Pim Veulings - dans
Miranda Lakerveld - regie
Pedro Diaz Acosta - gitaar
Elnara Shafigullina - sopraan
Pim Veulings - dans
Miranda Lakerveld - regie
8 augustus – Veluvine, Nunspeet
9 augustus – Cultura, Ede
11 augustus – podium en filmtheater Gigant, Apeldoorn
de Volkskrant, 31 juli 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten