dinsdag 7 februari 2012

Eendimensionale enscenering Pierre Audi

 Roswitha Bergmann en Pierre Audi
Muziektheater
Kaija Saariaho: Je sens un deuxième coeur. Stichting WOLF. Regie: Pierre Audi. Roswitha Bergmann, Tomoko Mukaiyama, Esther Apituley, Eduard van Regteren Altena. Haarlem, Toneelschuur, 4/2. Te zien op 24/2, Theater Heerlen, 24/3 Den Haag (Korzo), Noorderzon Groningen, November Music Den Bosch.

Ik ben het scheepje dat wegdrijft
Mijn lief is aan de overkant
En de zee, die is immens

De eerste voorstelling van Stichting WOLF, ‘bedenker en maker van eigenzinnige muziektheater- en operavoorstellingen’, gaat over verlangen, verscheurdheid, een onmogelijke liefde. In Je sens un deuxième coeur worden heftige emoties vooral gesuggereerd. Ze krijgen gestalte tegen een zwart toneelbeeld met een uitgelichte winterse boom.
Pierre Audi heeft in zijn enscenering de teksten van de Libanese dichter Amin Maalouf omgewerkt tot wat in het programma een muziekdrama wordt genoemd, maar wat in de praktijk uitpakt als een breed uitgesponnen staat van gekweldheid. Een uur lang duurt die voort, zonder ontwikkeling, zonder lijn.
De plaatjes zijn mooi en suggestief: een afgebroken tak, een paar rechtopstaande tl-buizen, een vleugel, twee strijkers en een geheimzinnige, met een laken afgedekte vorm waarvan het silhouet een enkelhoog broertje van de vleugel suggereert.
De zangeres en actrice Roswitha Bergmann loopt naar de boom, omarmt de boom, zingt, valt op haar knieën voor de raadselachtige vorm, verfrommelt het laken en onthult zo het deksel van een kleine vleugel, neergezet op ijsblokken. Gedurende de voorstelling beginnen die te smelten, zodat er kleine plasjes water ontstaan.
De muziek van de Finse, in Parijs woonachtige Kaija Saariaho moet het hebben van kleine rimpelingen in een statisch landschap, maar in ‘Je sens un deuxième coeur’ zijn zelfs die muzikale zuchtjes tot een minimum teruggebracht. Tomoko Mukaiyama recyclet vooral hetzelfde trillertje en hetzelfde dalende watervalletje. Roswitha Bergmann loopt naar de vleugel, Mukaiyama naar de ijspiano en omgekeerd. Ook altvioliste Esther Apituley en cellist Eduard van Regteren Altena doen mee aan het heen en weer lopen en poses aannemen, als levenloze sjablonen die theater moeten suggereren.  
Als er ineens toch nog een stampend ritme wordt ingezet hoop je dat er een ontwikkeling komt, theatraal, in de muziek, in de poëzie. Wanneer ook die uitblijft, weet je: dit is een pretentieus bedenksel dat je maar snel weer moet vergeten.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 7 februari 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten