zondag 13 oktober 2013

Poken tot de spanning oploopt - en dan vallen muziek en film uiteen

Suspense - music & cinema. Herrmann, Schönberg, Bartók, Merkies, Van Warmerdam, Roukens. Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. David Robertson. Beeld: EYE en European Film Philharmonic. Amsterdam, Koninklijk Concertgebouw, 12/9. T/m 15/9.

In de Grote Zaal van het Concertgebouw gaan de zaallampen uit. Op het podium zit het Concertgebouworkest, daarboven hangt een filmdoek. We zien James Stewart en Kim Novak in Hitchcocks Vertigo. Het geluid van hun stemmen is weggedraaid, alleen de filmmuziek van Bernard Herrmann klinkt. En ineens is het voorbij. De muziek krijgt een logische afsluiting, maar de film wordt wreed afgekapt.

In de AAA-serie, een minifestival waarin het KCO met het Stedelijk Museum en andere Amsterdamse kunstinstellingen het experiment aangaat, draait het deze week om suspense in muziek en film. Samen met filminstituut EYE, nieuwe partner in de serie, is een kort programma samengesteld waarin film en filmmuziek uit elkaar worden getrokken en in een nieuwe context worden geplaatst. De gedachte daarachter: raadselachtige moderne muziek van Arnold Schönberg of György Ligeti wordt voor een groot publiek aantrekkelijk door de combinatie met film - zeker als de spanning hoog oploopt.

Drie Nederlandse componisten kregen de opdracht nieuwe muziek te schrijven bij een zelf te kiezen bestaande filmepisode. Fons Merkies (1966) stelt zich het meest dienstbaar op. Zijn muziek bij een fragment uit The Silence of the Lambs rukt film en muziek niet uit elkaar, maar laat beide kunstvormen een relatie aangaan. Vincent van Warmerdam (1956) gaat eigenzinniger te werk met Louisiana Story, een zwart-witfilm uit 1948. Zijn compositie, met soms een flard jazz en harde schrikeffecten, botst zo met de onderhuidse dreiging in het filmfragment dat je de twee niet samen beleeft maar als afzonderlijke media die toevallig tegelijkertijd worden opgevoerd. Joey Roukens (1982) gaat met zijn fragment uit de achtervolgingsfilm Ronin het conflict aan met de beelden: eerst pookt hij, synchroon met de film, de spanning flink op en vervolgens trekt hij muziek en film uit elkaar. Zo laat hij horen hoe je met nieuwe muziek een bestaande filmepisode kunt veranderen.

De kijker en luisteraar moet alle zeilen bijzetten om de gecoupeerde film en de compositie met elkaar samen te brengen. Frustrerend dat vervolgens de uitvoering van De wonderbaarlijke mandarijn van Béla Bartók - met alleen het orkest op het podium - het best werkte. Het is muziek met een verhaal, die zorgt voor suspense, ook zonder dat je het verhaal kent.

Het negentig jaar oude werk klinkt nog altijd nieuw, zeker in de enerverende uitvoering van dirigent David Robertson, met een hypnotiserend aandeel van de klarinetsectie van het Concertgebouworkest. Winst van de avond: door het voorgaande kreeg Bartóks suspense in je hoofd een andere vorm die concreter was dan in een gewone concertcontext. Automatisch zag je je eigen imaginaire film voorbijtrekken. 
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 14 september 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten