Severin von Eckardstein
De Doelen krijgt voor elkaar waar iedere concertzaal van
droomt: een vol huis met een opvallend groot aandeel jonge gezichten. Het zijn
fans van de pianobroers Jussen, die met hun 16 en 19 jaar geboekt staan voor
concerten in de Verenigde Staten en Japan en een platencontract hebben bij het
sjieke label Deutsche Grammophon. In Rotterdam speelde Arthur, de jongste,
Schumanns cyclus Papillons. Zijn broer Lucas tekende voor Schuberts late
Impromptu in Bes.
Hun spel werd in perspectief gezet door Severin von
Eckardstein (34), niet de opzichtigste maar zeker een van de interessantste
pianisten van onze tijd. Zo beroemd als de werken die bij de Jussens op de
lessenaar stonden, zo obscuur zijn Schumanns Romances en Von Eckardsteins
selectie uit Bunte Blätter: een verzameling korte stukjes, soms kliekjes die
overbleven van andere projecten, maar ook een kerstcadeau voor Schumanns prille
liefde Clara Wieck. Met die kwetsbare noten begon Von Eckardstein het recital.
Bijna onmerkbaar leidde hij je van stilte naar klank, een glijdende schaal
waarbij je de grenzen nauwelijks nog kon waarnemen.
Daar tegenover zette hij pianobewerkingen van fragmenten uit
Der Ring des Nibelungen en Tristan und Isolde van Wagner, uit de bloeitijd van
de negentiende-eeuwse klaviervirtuozen. Tussen de van kleur verschietende
tinten uit een andere wereld liet hij ineens een groep aards dampende koperblazers
uit de piano opdoemen. Brutaal marcheerde die dwars door de zorgvuldig
opgebouwde droomwolken heen. Die eigenzinnigheid is typisch Severin von
Eckardstein. Zijn spel dringt zich niet op maar zijn interpretaties zijn zo krachtig
dat ze eindeloos in je hoofd blijven naklinken.
Onontkoombaar dat je na de Schumann van Von Eckardstein de
Schumann van Arthur Jussen langs een lat legt die te hoog is voor een jongen
van 16. De jongste van de broers zette de uiteenlopende karakters in Papillons
liefdevol neer maar raakte ze nog niet allemaal vol in het hart. Lucas Jussen
is verder. Hij gaf Schuberts Impromptu een opvallend hoog gehalte aan
diepzinnigheid en vloeiende zangkracht. In Ma mère l’oye, Ravels sprookjescyclus
voor twee pianisten, kwam het knisperende enthousiasme van de broers samen. Bij
alle succes gaat het hun nog altijd om het plezier in de muziek. Dat ruik je,
dat voel je, dat neem je mee naar huis.
Biëlla Luttmer
Lucas en Arthur Jussen
Schubert, Schumann, Wagner/Brassin, Wagner/Moszkowski, Ravel. Severin von Eckardstein, Arthur & Lucas Jussen. Rotterdam, de Doelen, 6/3. Uitzending: 10/3 via Radio 4.
de Volkskrant, 12 maart 2013
de Volkskrant, 12 maart 2013