Pierre Boulez repeteert met Barbara Hannigan. Foto: Franca Pedrazzetti
Barbara
Hannigan, de Canadese sopraan die zeker 75 wereldpremières op haar naam
schreef, zingt zaterdag in het Amsterdamse Concertgebouw een van de belangrijkste
werken uit de naoorlogse periode, Pli
selon pli – portrait de Mallarmé, van Pierre Boulez. De componist zelf, 86
inmiddels, zal zijn compositie dirigeren.
‘Goed
samenwerken met een dirigent is iets fysieks: je ademt samen, hij kent de
manier waarop je zingt door en door. Die band moet tijdens de repetitieperiode
groeien. Als ik eenmaal op het podium sta, kijk ik nauwelijks nog naar hem. Ik
voel zijn aanwezigheid, dat is voldoende’, zei Barbara Hannigan eerder deze
zomer in Amsterdam. Het werken met Pierre Boulez moest toen nog beginnen.
Inmiddels is
er tussen beiden een gelukkige liaison opgebloeid. Pierre Boulez, eerder deze
week in Parijs: ‘Hoe we volgen wat de ander doet? Eenvoudig: we begrijpen
elkaar.’
Zaterdag
staan ze samen op het podium van het Concertgebouw: Hannigan, de jonge toverfee
van de nieuwe muziek en Boulez, de laatste overlevende onder de titanen van het
naoorlogse componeren. Nieuwe werken zijn de afgelopen decennia steeds
schaarser geworden. Vaker houdt hij bestaande composities als een work in progress opnieuw tegen het licht.
‘Traditie is zijn grootste vijand, alles moet fris zijn’, vertelt
Hannigan.
Lang voordat
de repetities begonnen is ze naar Luzern gereisd. Kijken hoe Boulez werkt met
de jonge mensen van het ensemble van de Lucerne Festival Academy, luisteren hoe
hij ze wegwijs maakt in Pli selon pli,
voelen hoe het stuk beweegt. Daarna in Parijs, met de veteranen van het
Ensemble InterContemporain, waar alles op zijn plek viel.
‘Boulez is
in topvorm, we hebben de grootste moeite hem bij te benen, wat een feest’, jubelt
Hannigan in een sms. En later, aan de telefoon: ‘Pli selon pli is nog altijd een work
in progress, een levend organisme. De structurele veranderingen zijn achter
de rug maar kleine dingen, een beweging in de violen, een ritmische figuur,
past hij ter plekke aan. Ik schrijf het allemaal in de partituur. Niets mag verloren
gaat.’
Ze heeft
vaker met Boulez gewerkt. In Berlijn hebben ze samen Webern en Bergs Sieben frühe Lieder uitgevoerd, en Le Rossignol van Stravinsky – ‘iedere avond een sprookje’ – maar
dit is anders. Pli selon pli, daar
droomt ze al van sinds ze het stuk als studente voor het eerst hoorde. Dat was
in Londen, in de jaren negentig. Boulez kwam naar het Barbican om het werk te
dirigeren, Hannigan zat in de zaal. ‘Ik had de partituur nog nooit gezien, de
muziek zelfs nog nooit gehoord maar dat bleek ook helemaal niet nodig. Het stuk
is zo ontroerend mooi, met vloeiende, poëtische lijnen. Aan het slot wordt het
dramatisch, het gaat maar door en door en door. Alleen al dit te horen:
tadadadieieie, dadadadám. De hele avond zat ik aan mijn stoel genageld. Wat een
geluk moest het zijn om dit te mogen zingen. En nu is het zover. I’m the girl.’
Die
enthousiaste omschrijving staat lijnrecht tegenover de mathematische manier
waarop ze het stuk heeft bestudeerd. ‘Het was een intens proces, eenzaam ook.
Ik heb het stuk eerder gezongen met het Asko|Schönberg, maar heb de partituur opnieuw
gelezen alsof het een hindernisbaan is – het hele parcours met alle
struikelblokken. Ik stelde me voor hoe alle onderdelen van mijn stem, tong,
kaak, adem, hun werk zouden gaan doen. Pas daarna ben ik begonnen met zingen, heel
langzaam. Zestien maten Boulez wisselde ik af met zestien maten uit een aria
van Mozart, it’s like crazy! Mozart
houdt me in vorm, zorgt dat het vloeiend blijft. De klankschoonheid die bij
Mozart vanzelf spreekt, wil ik in Pli
selon pli vasthouden. Lachend: ‘In het begin klonk het als een Mozartaria
met vreemde noten.’
Bij mij gaan
Schubert, Bach, Handel hand in hand met wereldpremières. Ik heb er minstens 75
gedaan. Mijn programma’s hebben thema’s als Madness en Confusion. Ze gaan niet
over wanneer een stuk is geschreven maar hoe. Muziek moet uitdagen, je
verwarren, alles overhoop halen. Dan wordt je brein extreem actief. Hoe kun je
leren van iets eenvoudigs? Anderen zingen het liefst een Messiah of een Matthäus Passion.
Webern en Boulez zijn mijn Messiah en
mijn Matthäus Passion.
Pli selon pli, portrait de Mallarmé
Pli selon pli is in 1957 ontstaan uit een losse compositie
voor sopraan en klein ensemble. Centraal staan drie transparant
geïnstrumenteerde Improvisations op
sonnetten van Stéphane Mallarmé (1848-1898) waarin de stem een hoofdrol speelt.
Het eerste deel en het laatste deel, ‘Don’, de geboorte, en ‘Tombeau’, de dood,
zijn voornamelijk instrumentaal. Het opent en sluit zich met een enorme klap:
geboorte en dood vormen een eeuwige cirkel.
De titel vond Boulez pas achteraf, in
Mallarmé’s Remémoration d’amis Belges.
Daarin wandelt de dichter ’s ochtends vroeg door Brugge. Pli selon pli, plooi na plooi, ziet hij in de optrekkende nevels de
contouren van de stad zoals ook Boulez pas tijdens het werken aan zijn
compositie de vorm en de contouren ervan ontdekte.
ZaterdagMatinee, 24 september.
Amsterdam, Concertgebouw. Uitzending om 14.15 uur via Radio 4.
Biëlla
Luttmer
de Volkskrant, 22 september 2011