Laurie Anderson
De kaartjescontrole gaat in
Groningen direct over in een strenge inspectie van de tassen. Nee, dit is niet
het begin van een vliegreis maar de ingang van Muziekcentrum de Oosterpoort, plaats
van handeling van het festival Americans. Dat levert niet alleen een kleine staalkaart
van het Amerikaanse componeren van dit moment, maar geeft daarnaast ook
commentaar op de samenleving van het land. Aan de staalkaartkant: werk van
Alvin Curran, John Zorn, Michael Gordon. Aan de commentaarkant: Laurie
Anderson.
Anderson (61), vooral bekend van het nummer O
superman uit 1981, is de grote publiekstrekker van het festival. Voor haar
avondvullende performance Homeland, met zang en gitaarspel van echtgenoot Lou
Reed, zijn de kaarten lang van tevoren uitverkocht. In het werk van Anderson is
muziek is een bijproduct. De summiere composities dienen eerst en vooral om haar
teksten te ondersteunen. Die zijn prachtig surrealistisch van sfeer. Anderson
kan de Amerikaanse samenleving beschrijven alsof ze van een andere planeet naar
kijkt. Ondanks haar gepeperde kritiek is ze verknocht aan ‘het land waar
kinderen leren lachen door hun tanden te laten zien’. In Requiem for my brothers + sisters onthult
ze: Losing your country is losing your heart.
De muziek onder haar woorden is popachtig
eenvoudig (in Homeland) of geleend (van Arvo Pärt in Fratres/Requiem). Maar ook
dan blijft het helemaal Laurie Anderson. Haar werk krijgt pas door haar stem
zijn identiteit, zoals een nummer van de Velvet Underground pas een Undergroundnummer
werd door de stem van Lou Reed.
Nieuw en vertrouwd tegelijk is de
compositie Industry van Michael Gordon (1965). In de versie voor elektrische
viool laat de soliste Monica Germino een eenvoudig motiefje ontsporen. Haar
viooltoon wordt steeds ruiger en uitzinniger vervormd, totdat er alleen nog
gierende en bonkende elektroklanken over zijn, zoals een gitaarsolo van een
band uit de jaren ’70.
Alvin Curran (1938), ooit een van
de pioniers op het gebied van de live elektronica, laat tegenwoordig de
specifieke karaktertrekken van een locatie in zijn werk doorklinken. In Beams
II, een performance voor 35 musici, fungeert de oude Groningse Der Aa-kerk als
klankkast. Musici lopen in een uitgekiende choreografie door de ruimte en
gebruiken niet alleen hun stem en hun instrumenten maar ook het geluid van
vallende metalen staven, houtblokken, basketballen. De uiteenlopende klankeigenschappen
komen samen tot één overweldigend Dies irae. Kinderen kruipen bij hun ouders op schoot. Een
jongetje wordt huilend naar buiten gedragen.
Wie behoefte heeft aan meer
Amerikaans kan morgen doorschuiven naar de Groningse Stadsschouwburg voor De
grote verkiezingsshow van het Zuidelijk Toneel. Voor de echte diehards is er ’s
nachts een workshop cheerleaden.
Festival Americans van Stichting
Prime en het Noord Nederlands Orkest. Uitzending op 7 en 14 januari via Radio
6.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 4 november 2008