donderdag 19 september 2013

De musici maken dreiging en verrukking in Wagners noten voelbaar

Wagner: Die Walküre. De Nederlandse Opera. Regie: Pierre Audi 

Met Christopher Ventris, Catherine Naglestad, Günther Groissböck, Thomas Johannes Mayer, Catherine Foster, Doris Soffel, Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen. Amsterdam, Muziektheater, 20/4. T/m 12/5

Het blijft indrukwekkend: de tegenstelling tussen de mythische dimensies van het decor en de fysieke nabijheid van goden, Walküren en mensen op het podium van het Amsterdamse Muziektheater. In Die Walküre, de meest erotische episode uit Der Ring des Nibelungen van Richard Wagner, steekt de halfronde catwalk waarop de zangers bewegen zo ver de zaal in dat de rimpeltjes van de oude godin Fricka te zien zijn, net als de huig van Sieglinde (een fenomenaal zingende Catherine Naglestad). Als zij in haar geliefde haar broer Siegmund herkent, mijmert ze op fluistersterkte: 'Ik heb je eerder gezien.' Ze komt zo dicht bij dat de zaal van het Muziektheater lijkt te slinken tot huiskamerformaat.



In de oksel van de halve cirkel speelt het Nederlands Philharmonisch Orkest, de hele avond zichtbaar voor het publiek. Akoestisch is dat verre van ideaal. De klanken van de zes harpen, de pauken, de hoorns komen afzonderlijk de zaal in, onvermengd met de andere instrumenten op het podium. Toch lukt het de musici dreiging en verrukking, strijdlust en gelatenheid in Wagners noten voelbaar te maken.

De visie van dirigent Hartmut Haenchen heeft zich de afgelopen jaren op een interessante manier ontwikkeld. In zijn nieuwe interpretatie legt hij de nadruk op de menselijkheid van de goden en halfgoden. Hij overspoelt je niet met Wagners grote gemoedsgolven maar legt het gewoel op sommige momenten stil. Een enkele keer verbrokkelen daardoor de wervelende onderstromen, maar vaker geeft hij de zangers én het publiek ruimte om de enerverende noten te verwerken. Dan hebben die rustmomenten een weldadig effect - niet alleen voor het publiek, zeker ook voor de zangers.

Zo'n moment is er als de godin Fricka (Doris Soffel) zich wil wreken op haar overspelige echtgenoot Wotan. Dan kolkt het op het podium, maar direct nadat ze is vertrokken, laat de oppergod zijn kwetsbaarheid zien. De bariton Thomas Johannes Mayer, die als Wotan niet uitblinkt in gezaghebbende donderkracht, bloeit op als hij in die momenten van rust uitweidt over zijn motieven en over zijn liefde voor zijn mensenzoon Siegmund.

Dat doet hij in een dialoog met zijn dochter Brünnhilde (Catherine Foster). Ook zij ontwikkelt zich na haar Hojotoho jubelende entree tot een bespiegelende, warmvoelende vrouw. Fosters buitengewoon krachtig ontwikkelde hoogte heeft haar een contract in het Wagnerwalhalla Bayreuth opgeleverd. Zangtechnisch blijft haar lage register daarbij achter, juist in de minder flamboyante gedeelten ziet ze kans haar Brünnhilde verdieping te geven.

De warmste noten zijn voor Christopher Ventris (Siegmund). Zijn stem kan flonkeren en verleiden maar hij moet kracht zetten om zijn lange, veeleisende monologen tot een goed einde te brengen. Daar heeft de bas Günther Groissböck geen last van. Als Hunding, de brute echtgenoot van Sieglinde, is hij vocaal oppermachtig.

Aan het einde van de avond, na vijf uur spanning en immense muzikale prestaties, breekt de aarde open. Uit een wolk van stoom schuiven kolossale plexiglasblokken het speelvlak op. Siegfried kondigt zich aan, de zoon van Siegmund en Sieglinde, naamgever van de aflevering van Der Ring des Nibelungen waarmee eind augustus de cyclus wordt vervolgd.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 22 april 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten