dinsdag 11 maart 2014

Michael Jackson van de klarinet

AAA-festival. Glanert, Hillborg, Bartók, Lutoslawski, Penderecki, Martin Fröst, Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Xian Zhang. Amsterdam, Concertgebouw, 23/1. Tot 25 januari 2014.

De zwarte films van de gebroeders Quay komen eraan te pas, een essay van de filosoof René Gude, een voorstelling van Toneelgroep Amsterdam: de AAA-serie van het Concertgebouworkest is uitgegroeid tot een festival waarin een thema binnenstebuiten wordt gekeerd door er op zoveel mogelijk manieren naar te kijken.
The human body heet de huidige editie en de klarinettist Martin Fröst vormde de link tussen dat lichaam en muziek. Fröst is de Michael Jackson van de klarinet. Zijn ranke lijf kan hij laten schokken en slangachtig kronkelen terwijl hij zijn ademhaling beheerst de klarinet in stuurt.
Voor de mini-opera Peacock Tales, van de Zweedse componist Anders Hillborg, maakte het orkest plaats voor een kleine dansvloer, podium voor Martin Fröst. Het stuk begint als een dromerige zanglijn voor alleen de klarinet maar dan slaat de stemming om. Fröst draait zich weg van het publiek, het concertlicht gaat uit en het theater begint. Met een Venetiaans masker op speelt hij heen en weer schietende figuren, terwijl hij bruuske bewegingen danst en zijn klarinet overdwars draait als een danspartner. De muziek verandert, krijgt klezmertrekjes en fffft – Fröst blaast als een tovenaar de muziek uit. In de volgende episode heeft hij zijn masker omgedraaid – de drie harlekijnspunten zijn duivelse hoorntjes geworden en de muziek verschiet van kleur, wordt grimmig. Uiteindelijk klinkt er geneurie in het orkest tot Fröst de muziek definitief uitblaast.
Het is muziek die uitnodigt en prikkelt, en die door de Chinese dirigente Xian Zhang verbluffend beheerst werd gebracht.
Detlev Glanert schreef voor het 125-jarig jubileum van het Concertgebouworkest het gloednieuwe orkestwerk Frenesia. Voor hem is muziek een organisme dat als een spier beweegt. Frenesia beschrijft hij als ‘een portret van de mens van nu, met zijn lichamelijkheid, zijn zenuwstelsel, zijn spieren en bewegingen’.
Hij trekt een lijn naar Ein Heldenleben, het stuk dat in 1898 door Richard Strauss werd opgedragen aan een jong Concertgebouworkest. Beide zijn het directe, emotionele werken voor een uit de kluiten gewassen bezetting. Tussen de zware paukenknal waarmee Glanerts stuk begint en de ijle harp waarmee het eindigt slingert hij je heen en weer tussen betonnen orkestmuren en ritselende vioolbevingen, een wonderschone fluitsolo en een swingende kleine trom – hij wil niet alleen Strauss vangen maar ook de lichte sfeer van West side story. Vanuit de zaal zag hij hoe Xian Zhang en het Concertgebouworkest zijn stuk direct al bij de première in het hart wisten te raken.

Biëlla Luttmer 
de Volkskrant, 25 januari 2014   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten