dinsdag 11 maart 2014

Het Orkest van de achttiende eeuw lonkt voorzichtig naar de opera

Beethoven. Kristian Bezuidenhout, Orkest van de Achttiende Eeuw o.l.v. Kenneth Montgomery. Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ, 5/2. Tot 7/2. Van 8 tot 10/2 in de Doelen, Rotterdam. 
De geluksmachine, zelfgekozen subtitel voor het Orkest van de Achttiende Eeuw, moet blijven draaien. Nu Frans Brüggen, die de bouten en de radertjes voor het apparaat in elkaar knutselde, steeds zwakker wordt, kijkt het orkest naar opvolgers voor de dirigent.  
Vorig jaar zagen we Ed Spanjaard in Rotterdam aantreden in een formidabele uitvoering van Mozarts opera Così fan tutte. Nu is het de beurt aan Kenneth Montgomery, de Ier die gevormd werd door de oude school van Celibidache en die, net als Spanjaard, een operakenner is. Niet uitgesloten dat het orkest zijn positie op dat terrein wil versterken. Juist de opera bleek bij Brüggen een zwakke plek. Zat hij bij de Così van Spanjaard nog een in rolstoel in de zaal, nu was hij afwezig – herstellende van een operatie.
Voor Montgomery staat er nog geen opera in de steigers. Hij begint met een beproefde Beethovenserie: alle pianoconcerten, inclusief een aantal dansen en een solo voor posthoorn die we al kennen van eerdere uitvoeringen. Ook Kristian Bezuidenhout en zijn fortepiano van de Weense bouwer Graf zijn oude bekenden. Toch klinkt het orkest onder Montgomery anders. Onmiddellijk valt op hoe fijn hij de verhouding tussen de piano en de strijkers in het orkest nuanceert. Ook de mooie spreiding van de basklank en de timing van de felle trompetten nemen je onmiddellijk voor hem in.
Kenneth Montgomery, zeventiger inmiddels, leidde het orkest al eerder tijdens een tournee. Zelfs als je zijn gezicht niet ziet, vertellen zijn handen wat hij van de orkestleden verwacht. Met een uitgestrekte wijsvinger zette hij de musici op scherp. Even later daagde hij met soepel vloeiende armbewegingen de zangkwaliteiten van de blazerssectie uit.
Kristian Bezuidenhout is in topvorm, zeker in Beethovens lyrische Tweede pianoconcert. ‘s Ochtends had hij wat zitten experimenteren met de thema’s van het stuk, vertelde hij na afloop van het concert. ’s Avonds klonk er een cadens die alle stijlkenmerken van Beethoven had en toch gloednieuw was: cadeautje van Bezuidenhout.
In het orkest kon je zien hoe de solofluitist met stralende ogen naar links keek, naar de plek van de hoboïst, terwijl Kristian Bezuidenhout de tijd nam om Beethovens Eerste en Tweede concert ontspannen te laten uitademen. De geluksmachine draait op volle toeren – met dank aan Kenneth Montgomery.

Biëlla Luttmer  
de Volkskrant, 7 februari 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten