zondag 13 oktober 2013

Dramatische potentie onder een statische bovenlaag

Opera 
Gluck: Armide. De Nederlandse Opera. Regie: Barrie Kosky. Solisten, Koor van de Nederlandse Opera, Nederlands Kamerorkest o.l.v. Ivor Bolton. Amsterdam, Muziektheater, 6/10. Tot 27/10. 


Vooraan op het podium van het Muziektheater staat, op een klein, stenig speelvlak, een verdorde boom. Twee meiden rennen, dansen en jubelen met gierende uithalen. Aanleiding voor hun feeststemming is een oorlogsoverwinning, maar bovenal vieren ze hun jonge leven. De zwarte gestalte die bij de boom staat, is hun aanvoerster. Deze tovenares Armide kan volkeren overwinnen en mannen - ze liggen bij bosjes aan haar voeten - maar de weg naar het leven zweert ze angstig af.
Armide, de opera van Christoph Willibald Gluck, op tekst van Torquato Tasso's Gerusalemme liberata, is in de ruim tweehonderd jaar van zijn bestaan altijd in de schaduw gebleven van Glucks bekendere werken. De nieuwe, spectaculair vormgegeven productie van de Australische regisseur Barrie Kosky laat zien dat er onder de statische bovenlaag van het stuk wel degelijk dramatische potentie schuilgaat. Van Armides angstdroom, waarmee de opera begint, tot het moment waarop ze zich na haar grote slotmonoloog vertwijfeld haar hart uitrukt, is er geen moment waarop de voorstelling inzakt.

Kosky en zijn Duitse vormgeefster Katrin Lea Tag hebben de tegenstelling tussen Armides dorre hart en de uitbottende levenskracht van de mensen om haar heen fraai gestalte gegeven. Als het achterdoek opengaat, wordt een vijver zichtbaar, met daaromheen krachtige bomen onder een sterrenregen van feestelijke confetti. Eén van die bomen is dood.

Verderop in de opera hangt daarin aan een strop een pop van de dode Armide. Surrealistisch is het beeld van een wit paard dat hevig bloedend door de vijver wandelt. Tussen alle emoties door herinnert het aan het slagveld waartegen Armides innerlijke strijd zich afspeelt.

Voor de rol van Armide tekent de Canadese Karina Gauvin, een sopraan die haar moederlijke gestalte tegen heeft, maar die vooral in de lagere registers van haar stem de kracht van een overwinnaar kan ontketenen. Als ze zich toch laat vangen voor de liefde voegt ze daar een lyrische dimensie aan toe.

De man die als enige haar dorre hart kan openbreken, is de held Renaud. Voor hem laat ze alle principes los. De Frans-Canadese tenor Frédéric Antoun is de gedroomde Renaud. Vooraf liet hij zich verontschuldigen voor een verkoudheid, maar daarvan was in zijn soepele zanglijnen niets te merken. Als held mag hij een gemakkelijk om te praten prooi zijn voor de ridders die hem van zijn liefde voor Armide afhouden, als zanger is hij onoverwinnelijk. Er zijn meer uitstekende stemmen in deze productie.

Andrew Foster-Williams zingt een krachtige Hidraot, de oom van Armide die haar tot een huwelijk wil overhalen. Henk Neven overtuigt in de dubbelrol van de strijders Aronte en Ubalde, Karin Strobos en Julia Westendorp maken ook vocaal hun dartele levenslust waar en de Portugese Ana Quintans is een toverachtig zingende geestverschijning.

Zwakke plekken zitten in de coördinatie tussen de dirigent en de zangers en musici. Het Nederlands Kamerorkest kan de weinig exacte aanwijzingen van Ivor Bolton maar moeizaam volgen. Jammer, want de musici spelen individueel uitstekend - de lange fluitsolo van Leon Berendse bijvoorbeeld klonk bedwelmend mooi.

Het koor liep nog sterker uit de pas en als een inzet mislukte, kreeg Bolton te vaak zijn zangers niet terug op de rails.

Daardoor haalde hij het muzikale niveau van deze verrassende Armide op te veel plaatsen naar beneden.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 8 oktober 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten