dinsdag 16 oktober 2012

Mateloosheid Warlikowski breekt Lulu op


Barbara Hannigan als Lulu
Opera
Alban Berg: Lulu. Regie: Krzysztof Warlikowski. De Munt, Brussel. Barbara Hannigan, Tom Randle, Dietrich Henschel, Charles Workman, Symfonieorkest van de Munt o.l.v. Paul Daniel. Koninklijke Balletschool Antwerpen. Danssolo: Rosalba Torres Guerrero. De Munt, Brussel, 14/10. Tot 30 oktober. 
Krzysztof Warlikowski heeft iets met gevaarlijke vrouwen. In Cherubini’s Medée liet hij een moordlustige Amy Winehouse lookalike opdraven, in Verdi’s Macbeth draaide de machtswellust van de Lady uit op een spel van kinderen met de ledematen van dode soldaten. De Poolse regisseur is opnieuw in de Munt in Brussel, nu met het vrouwelijke gevaar in zijn – of liever haar – essentie: Lulu. Naakt en ongenaakbaar zet hij haar op het podium, uitgeleverd aan een eindeloze rij mannen waar ze tegelijkertijd als een generaal over heerst.
Alban Berg modelleerde zijn opera in de jaren dertig naar Freudiaans gekleurde teksten van Frank Wedekind die een spannend contrast opleverden met de heldere twaalftoonstechniek van zijn muziek. De opera bleef onvoltooid. Wie hem opvoert moet kiezen tussen Bergs pure, onaffe versie van twee actes en de versies aangevuld met een slotacte van Friedrich Cerha of Eberhard Kloke. Warlikowski koos voor de Cerha-versie, waarin Lulu na een leven van seks, macht en destructie wordt vermoord. Hij vermengt die met fragmenten uit de film Black Swan. Daarin gaat een danseres te gronde aan haar drang naar perfectie.
Zijn Lulu is kind en femme fatale tegelijk. Haar naam rijmt op Lolita, en op Lilith. Lulu is niet als mannenverslindster geboren maar moet het verleiden leren – eerst in een rolstoel, dan op krukken en uiteindelijk hoog op de spitzen. Die werdegang wordt door de sopraan Barbara Hannigan fenomenaal neergezet. Vrijwel onafgebroken is ze in beeld, vaak naakt, in alleen een doorzichtige slip en bh die de naaktheid van haar lichaam extra benadrukken. Ook als danseres is ze naakt. Haar voorzichtige passen zijn niet gespeeld. Ze heeft het lopen op spitzen pas tijdens de repetities onder de knie gekregen. Geweldig hoe ze de technische uitdagingen overstijgt en haar rol wankelend en krachtig tegelijk neerzet. Ze dolt met de stratosferische hoogten in Bergs partituur en acteert met groot inlevingsvermogen, zodat een Lulu ontstaat waar je koud van wordt.
Het probleem van de voorstelling zit in de mateloosheid van Warlikowski. Lulu is overal. Boven het toneel zie je haar op filmbeelden als een popperige pornovrouw. In een glazen kooi doen mini-Lulu’s hun balletoefeningen. Ze worden onschuldig lachend weggedragen door een sm-meester. Op een metrostation sturen rappers haar sms’jes met ‘I fucking love you’. Die veelheid van Lulu’s maakt haar tot een anonieme figuur, net als de stoet mannen die aan haar voeten liggen.
Aan het slot van de eerste acte is het even weldadig stil. Een balletdanseres in zwarte tutu danst de sterfscène van de zwarte zwaan. Lulu kijkt toe, maar aan de andere kant van het podium loert de sm-meester.  
Ze eindigt als een oude, getekende vrouw. Als ze geld wil verdienen met haar oude stiel treft ze opnieuw een alter ego: een man met haar hoerenmakeup en haar hoerenpruik. Hij is het die haar de doodssteek geeft. Of is ze het zelf?
Intellectueel kun je met Warlikowski’s enscenering een aardig potje stoeien. Maar tijdens de voorstelling raak je verlamd door de veelheid van beelden die gelijktijdig worden vertoond. Het grootste slachtoffer is de muziek van Alban Berg. Tijdens de heftigste orkesterupties dendert Warlikowski daar met een bombardement van beelden nog eens overheen: in de kooi sterft een man, op het filmscherm neukt een vrouw, op het toneel is er een fellatio met een pistool. Dat houdt geen mens 4 uur lang vol.  
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 16 oktober 2012   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten