donderdag 4 oktober 2012

Oogsttijd voor Klas Torstensson



‘Mijn muziek klinkt nu anders, milder dan vroeger, maar als je naar dat stuk voor gitaar en koperblazers komt luisteren, zal je horen dat het agressieve en het snoeiharde absoluut niet weg is.’

Het is het jaar van Klas Torstensson (61). Wie wil, kan zich dit seizoen onderdompelen in de ruige, weerbarstige wereld van de componist. Alleen al in het Muziekgebouw aan ’t IJ staan 11 werken van de Zweedse Nederlander op het programma, waarvan 3 premières. Verder is hij composer in residence op Sounds of Music in Groningen en in de Warschauer herfst. ‘Ik heb het drukker dan ooit, werk harder dan ooit en verdien minder dan ooit. Dat maakt me heel blij en razend tegelijk.’  
Krakend ijs, brekende takken, ijzer – de muziek van Klas Torstensson was jarenlang synoniem voor ongenaakbaar en exotisch tegelijk. Het ijs kan tegenwoordig ook smelten, door de takken stroomt weer leven. Zijn grote cycli Lantern lectures en A cycle of the north laten je nog altijd achter met het gevoel dat je door elkaar gerammeld bent, maar tegenwoordig komt daar een vleug melodieuze warmte bij. Torstensson legt uit: ‘Op mijn dertigste was ik aan het vechten. Uit onmacht, omdat mijn muziek niet goed genoeg was, denk ik achteraf. Ik heb nu de leeftijd dat ik aan het oogsten ben. Mijn muziek is de moeite waard en wordt volop gespeeld. Wat wil je nog meer?’  
Hij is net terug uit Den Haag, waar hij een heeft gerepeteerd met een paar jongens van ensemble Klang. Ze werken aan een compositie voor vijf elektrische gitaren, vijf trombones en vijf trompetten voor de opening van Guitar Heaven in de Melkweg, een festival waar grootheden komen optreden als Andy Summers, vroeger van The Police, en Jan Akkerman. En ze willen een stuk van Torstensson hebben. ‘Nou, dat wordt Xenakis goes Blood, Sweat and Tears’, vertelt hij in zijn werkkamer, hoog boven de drukte van de Haarlemse binnenstad. ‘Maar vanochtend constateerde ik dat het iets anders ligt, want een van mijn favoriete akkoorden is dit.’ Hij  loopt naar zijn elektrische piano en slaat een clustertje wringende noten aan. Voor klassieke oren klinkt het naar Le sacre du printems, iconisch werk van Igor Stravinsky. Popluisteraars horen iets anders, merkte Torstensson vanochtend. ‘O, James Brown, riepen de muzikanten. Dan zit het goed, dacht ik meteen. Maar vergis je niet. De funky bouwstenen zijn zo door elkaar gehusseld dat je ze niet meteen waarneemt. Mensen die gewend zijn aan popmuziek zullen zich er enigszins bij thuis voelen vanwege de klank, het soort akkoorden en, vooral, het volume’, verwacht hij.
Het stuk is bijna klaar. Het gaat mee in de koffer naar Polen, waar Torstensson in het prestigieuze festival Warschauer Herfst aantreedt als gastcomponist. Daar schrijft hij het in het net uit, zodat hij thuis meteen kan beginnen aan een nieuwe compositie voor de David Kweksilber Big Band. Dat wordt flink doorwerken. Of liever: gestaag, want Torstensson is een langzame werker. Traag, nauwkeurig, zorgvuldig, ‘daar wordt een compositie mooi van.’ Over een stuk van een kwartier of een halfuur doet hij al gauw een jaar. Fulltime. Aan de andere kant: je hoort hem niet klagen dat zijn stukken na één uitvoering in een la verdwijnen. Ook zijn oudere muziek wordt steeds meer gespeeld. Vervelend dat je van auteursrechten niet kan leven. Zeker nu de overheidsstipendia zijn afgeschaft moet hij harder werken dan ooit, heeft hij meer opdrachten dan ooit maar verdient hij minder dan ooit. Het maakt hem blij maar ook razend. Festivals willen meestal dat je voor de eer komt. Je krijgt reis en verblijf, that’s all. In Polen betalen ze niks. Ja toch: ze betalen in natura want Torstensson heeft bedongen dat ze in ieder geval een werkkamer voor hem regelen zodat hij zijn tijd nuttig kan besteden. En dat hebben ze toegezegd.
Het componeren speelt zich af in de stilte en de eenzaamheid (‘heel fijn!’) van zijn statige gezinshuis. Het is er licht, opgeruimd, met een tekentafel, een gezonde Zweedse stoel en meterslange kasten vol boeken en partituren. En instrumenten. Naast de elektrische piano een viool en een mandoline. Hij heeft niet de behoefte muziek te maken maar wil wel weten hoe het voelt om iets níét te kunnen. Hij pakt de mandoline, plukt aan de snaren, glijdt over de hals. ‘Dit kan, maar kun je het ook nog als het zo snel gaat? Ik kan het niet, maar het is wel haalbaar dus kan ik het gebruiken.’
Een compositieopleiding of een compositieklas heeft Torstensson nooit gevolgd. Op zijn 14de is hij gewoon begonnen. Voor zijn klarinetles had hij een melodie gemaakt op een thema van Händel en zijn leraar zei: verzin nu zelf maar iets. Dus verzon hij een driedelige symfonie voor twee klarinetten en cello. Hartstikke leuk vond hij dat: bij zijn grootouders achter de piano dingen uitzoeken en opschrijven. Later, toen hij 18 was en klarinet studeerde aan een conservatorium op het Zweedse platteland, schreef hij een septet. ‘Dat had behoorlijk veel met de Vijfde van Sibelius te maken. Waarschijnlijk had ik die symfonie toevallig gehoord. Het was een lijvig stuk van 20 minuten en ik had de partijen uitgeschreven. Het conservatorium was klein, met maar een stuk of 140 leerlingen, maar we hadden een symfonieorkest, een symfonisch blaasorkest, een bigband. Ik vroeg aan de jongens en meisjes: kunnen jullie morgen repeteren? Zo is het begonnen. Als ik dat wilde, kreeg ik iedere week een half uur van de repetitietijd van het symfonieorkest. Ik kon alles uitproberen, alles horen wat ik verzon.’
Twee jaar lang had hij privéles compositie bij een theorieleraar van het conservatorium die bij de beroemde muziekvernieuwer Luigi Nono had gestudeerd in Venetië  In het begin van zijn carrière leverde dat een komisch misverstand op. Schreef Torstensson in een toelichting dat hij les had van iemand die bij Nono had gestudeerd, stond er in de gedrukte versie dat hijzelf een leerling was van Nono. Dat heeft een tijdlang rondgezongen.
Hij kwam naar Nederland om zich te verdiepen in elektronische muziek. Dat was in 1973. Zweden, met zijn lange, donkere winters, zijn stilte, zijn weidse landschap is inmiddels ver weg. En toch. ‘De leegte, die is zaligmakend voor mij.’ Een van zijn favoriete boeken is Breven från Arktis, van Rolf Kjellström, samengesteld uit gevonden foto’s en dagboeken van mensen die overleden zijn in het poolgebied – die walvissen vingen, in hutjes woonden en van kou en ontberingen zijn gestorven. Het doet denken aan Torstenssons opera De expeditie – geniaal werk over liefde en dood dat nog altijd wacht op een enscenering.
‘Maar’, voegt hij er meteen aan toe, ‘als ik in Zweden was blijven wonen, was dat verlangen naar rust en weidsheid waarschijnlijk minder sterk geweest. Misschien was het ooit echte heimwee, maar dat is het allang niet meer. Gecultiveerde heimwee, noem ik het. Als we het willen, gaan we gewoon naar Zweden toe, maar de tegenstelling tussen beide werelden hoor je wel in mijn muziek. Daar zitten die contrasten ook in. Tussen leeg en vol, tussen hevige activiteit en freeze – niet alleen in meteorologische betekenis, maar ook als het stilleggen van een toestand. Dat komt in mijn werk vaak voor.’
In Groningen en beide festivals in Amsterdam komt een mooie bloemlezing uit dat werk voorbij: het lyrische Vioolconcert, de liedcyclus In großer Sehnsucht, een aria uit De expeditie en spectaculaire slagwerkstukken als Redskap en Self portrait with percussion. En Torstensson heeft goed nieuws: ‘Komende zomer wordt ergens, waar dat mag ik nog niet zeggen, mijn hele orkesttrilogie Cycle of the North gespeeld. Daar verheug ik me nu al op.’  
Klas Torstensson, composer in residence in het Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam, vanaf 4 oktober www.muziekgebouw.nl/klas
Sounds of Music, Groningen, van 17 tot 21 oktober www.soundsofmusic.nl
Electric Guitar Heaven, Amsterdam, van 7 tot 16 december www.amsterdamelectric.com

Biografie 
16 januari 1951 geboren in Zweden
1973 vertrek naar Nederland, studie sonologie
1991 – Matthijs Vermeulenprijs
1994 - 1999 – De expeditie, opera voor solisten, orkest en (live-)elektronica
1999 tot 2002 – Lantern Lectures, avondvullende cyclus voor groot ensemble
2004 – In großer Sehnsucht, liederencyclus op teksten van vijf 'tragische' vrouwen: Camille Claudel, Frida Kahlo, Cristina di Svezia, Rosa Luxemburg en Louise Michel
2006 – Selfportrait with percussion, voor slagwerk en groot ensemble (Lantern Lecture, Volume V) 
2007 – 2011 A cycle  of the North, drieluik voor orkest, bestaande uit Fastlandet, Polarhavet, Himmelen
2010 – Vioolconcert 

de Volkskrant, 4 oktober 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten