woensdag 28 november 2012

De laatste beetjes Toscanini



Arturo Toscanini was de eerste dirigent die gebruik maakte van de media. Vanaf 1945 werden de concerten van zijn New York Philharmonic Orchestra iedere zondagmiddag via de radio uitgezonden. Violist Yehudi Menuhin: ‘Ze droegen onmiskenbaar het stempel van Toscanini, zijn precisie,zijn natuurlijke tempi – alles was zo scherp gedefinieerd als je je maar kon voorstellen. Dat was zijn grootheid.’
Een fragment uit Verdi's Quattro pezzi sacri afkomstig uit de nalatenschap van Toscanini
Vanmiddag wordt bij Sotheby’s in Londen een belangrijk gedeelte van de erfenis van Arturo Toscanini (1867-1957) geveild. Toscanini wordt door kenners gezien als een van de grootste dirigenten aller tijden. De te veilen collectie, bestaande uit 88 lots, is grotendeels afkomstig uit de nalatenschap van Toscanini’s kleinzoon Walfredo en omvat dirigeerstokken, een Steinwayvleugel, manchetknopen, een schrijfset, Toscanini’s muziektas met initialen, een karikatuur van en door de legendarische tenor Enrico Caruso en handschriften en brieven van belangrijke componisten. Zijn partituren met waardevolle aantekeningen ontbreken. Na Toscanini’s dood zijn ze door de familie geschonken aan de Public Library for the Performing Arts in New York, de stad waar de dirigent jarenlang het New York Philharmonic heeft geleid en waar hij is gestorven.
Veel van de dirigeerstokken die worden aangeboden dragen de sporen van Toscanini’s temperament. Ze zijn gebutst en soms geknakt door het vuur waarmee de 'maestrissimo' dirigeerde. ‘Het merendeel van de stukken is niet eerder voor publiek toegankelijk geweest’, zegt dr. Stephen Roe, bij Sotheby’s verantwoordelijk voor de Toscaniniveiling. ‘Het is met grote waarschijnlijkheid het laatste substantiële bezit afkomstig uit de familie.’
Brieven en handschriften van componisten laten Toscanini’s persoonlijke voorkeuren zien: Beethoven (een humoristische reactie op lovende woorden van de dichter en botanicus Baptist Rupprecht) en tijdgenoten als Verdi, Puccini, Wagner, Debussy en Richard Strauss.
Sommige van de handschriften geven inzicht in de ontstaansgeschiedenis van belangrijke composities.  Drie vroege schetsen van de openingsmaten van Falstaff bijvoorbeeld, de laatste opera van Giuseppe Verdi, met doorhalingen en eerste aanzetten van ideeën, of het complete handschrift van Quattro pezzi sacri, een koorwerk uit Verdi’s late periode. Een van de opmerkelijkste documenten is een verloren gewaand manuscript van Felix Mendelssohns ouverture Die schöne Melusine, een verjaarscadeau van de pianist Rudolf Serkin aan Toscanini. Volgens Stephen Roe is het handschrift nog nooit door wetenschappers bestudeerd.
Een emotionele brief van de componist Richard Strauss illustreert de situatie vlak na de Tweede Wereldoorlog. Terwijl Strauss in Zwitserland wacht op zijn denazificatie dirigeert Toscanini zijn compositie Tod und Verklärung. Ondanks hun tegengestelde houding tijdens de oorlog - Strauss was een notoire opportunist, Toscanini verzette zich fel tegen de fascisten en de nazi's en weigerde te dirigeren in Duitsland, Italië en Oostenrijk - bleef Toscanini het werk van Strauss uitvoeren: 'Voor Strauss de componist neem ik mijn hoed af. Voor Strauss de mens zet ik hem weer op.'
Stephen Roe verwacht op de veiling veel fans van de dirigent, maar ook vertegenwoordigers van musea en bibliotheken.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 28 november 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten