vrijdag 1 juni 2012

Slagwerkspektakel met rozig gonzende pauken


Varèse, Reich, Keuris, Diderik Wagenaar, Higdon. Colin Currie, Symfonieorkest van het Koninklijk Conservatorium, Residentieorkest o.l.v. Antony Hermus.  Den Haag, Schönbergzaal, 26/5.
Als het Residentieorkest doet waar het goed in is, vonkt het op de bühne. Met alle terechte kritiek op het Haagse ensemble zou je het bijna vergeten, maar er is ook nog een traditie hoog te houden. Dirigenten als Willem van Otterloo, Pierre Monteux en Hans Rosbaud maakten het in de vorige eeuw tot een zinderende broedplaats van nieuwe muziek. Tijdens het Slagwerkspektakel in Den Haag prikte er een vonkje hoop dat die frisse gretigheid opnieuw zou kunnen opvlammen.
Het eenmalige spektakel werd gehouden in de Schönbergzaal van het Koninklijk Conservatorium, de plek waar ooit Olivier Messiaen en zo veel andere grote componisten hun meestercursussen gaven. De dirigent Antony Hermus (38), die al op zijn 29ste in de Duitse stad Hagen werd benoemd als Generalmusikdirektor en vervolgens in Dessau een mooie carrière heeft opgebouwd, was ervoor terug gereisd naar Nederland. Uit zijn slag spreekt exactheid en energie. Met zekere hand, hoog vanuit de schouders, leidde hij zijn eerste optreden met het Residentieorkest.
Vanuit de zachte mengkleuren van Diderik Wagenaars compositie Solenne, uit 1992 ging het naar een gierende klarinet en slagwerkexplosies in Edgard Varèses Intégrales (1925). De musici van het Koninklijk Conservatorium namen het stokje over in Tristan Keuris’ Catena (1988). Met Antony Hermus als sfeermaker schroeiden koperblazers zich aan het metaal van de slagwerkinstrumenten. En ziedaar: met een bloedmooie marimbasolo en rozig gonzende pauken lieten de Haagse slagwerkstudenten horen dat klank nog altijd de ruggengraat vormt van hun beroemde school.
Na de pauze was het podium weer voor het Residentieorkest. Voor Steve Reichs Variations (1979) met zijn langs elkaar schurende ritmes was de fine fleur aan slagwerkers uit de Nederlandse orkesten geplukt. In Jennifer Higdons filmische Slagwerkconcert (2005) schoof de Schotse virtuoos Colin Currie achter de marimba, de xylofoon, de woodblocks en andere slagwerkinstrumenten. Geweldig hoe een trits slagwerkers hem vanaf de achterste rij van het orkest als een schaduw volgden in zijn krachtige performance.
Jammer dat de euforie van deze uitdagende avond zich beperkte tot enkele honderden liefhebbers. Wat een verschil met Pinkpop, ruim 200 kilometer verderop, waar op datzelfde moment duizenden jonge mensen in de ban raakten van muziek die soms niet eens zo ver afstaat van de uitdagend swingende ritmes van deze sublieme Haagse slagwerkers.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 29 mei 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten