woensdag 1 augustus 2012

Fragiele Alice Sara Ott speelt met stalen knuisten


Zomerconcerten
Mozart, Schubert, Moesorgski. Alice Sara Ott. Amsterdam, Concertgebouw, 31/7. 

Lang, heel lang geleden maakte het niet uit of je slechte tanden had, of een heksenneus, of een kromme rug. Wie goddelijk piano speelde kon via een goede impresario of een concours een plek bemachtigen op de wereldpodia. Áls al over het uiterlijk van een artieste van, zeg, de klasse van Clara Haskil werd gerept, was dat in termen van ‘grijze dame’ of ‘interessante kop’.
De pianistes van onze tijd hadden evengoed fotomodel kunnen worden. Ze heten Yuja Wang, Valentina Lisitsa of Alice Sara Ott, spelen sinds hun vriendinnetjes op de crèche zaten en bestormen nu trendy series als Yellow Lounge in Londen en Berlijn.
Alice Sara Ott (23) kwam deze week naar het Amsterdamse Concertgebouw voor een recital waar de hipheid niet direct vanaf straalde: variaties van Mozart, een Schubertsonate en Schilderijen van een tentoonstelling van Moesorgski. Geen jonge componist of een onbekende oudere maar wel een boeiende staalkaart van de mogelijkheden van de Duits-Japanse muzikante uit München. Die zijn in aanleg volop aanwezig.
Zeker in haar Mozartvariaties wist ze de kinderlijke onbevangenheid te treffen waar veel van haar oudere collega’s naarstig naar op zoek zijn. Met een lach en op blote voeten (een handelsmerk van Ott) was ze precies de speelse, dartele vertolkster die je je bij Mozarts fantasieën op een thema (van de cellist Pierre Duport) wenst.
En ook de schilderijen van Viktor Hartmann die Modest Moesorgski voorzag van ruige akkoorden en tollend snelle figuurtjes voor de rechterhand waren aan Alice Sara Ott besteed. Met mooi gekozen tempi ging ze de krachtmeting met de elementen aan, want de ‘Schilderijententoonstelling’ is niet minder dan dat. Met hier en daar een misslag dansten het karakter en het risico van de toetsen af, ondanks het gemis aan een volle, zware toon in de vele en grote akkoorden in het stuk.
Datzelfde gebrek aan breedte pakte in Schuberts ‘Gasteiner’ sonate uit als een serieus probleem. Ott vocht 40 minuten lang voor wat ze waard was, haar knuisten leken wel met staal omhuld, maar de pianotonen blikkerden scherp en ooronvriendelijk de Kleine Zaal in. Bij poëtische passages in het stuk zapte ze schichtig door.
Hoe zou het toch gaan met de kolossale Bulgaarse blondine Plamena Mangova, die zo indrukwekkend eigenzinnig en warm van toon een tweede plaats bereikte op de Brusselse Koningin Elizabeth Wedstrijd 2007?
Biëlla Luttmer 
de Volkskrant, 2 augustus 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten