zaterdag 21 december 2013

Christoph Waltz geeft lesje in acteren

Vlaamse Opera. Richard Strauss: Der Rosenkavalier. Regie: Christoph Waltz. Solisten, Koor, Kinderkoor en Symfonisch Orkest van de Vlaamse Opera o.l.v. Dmitri Jurowski. Antwerpen, 15/12. T/m 28/12. Dan in Gent t/m 18/1. Vervolgens reprises, zoals in 2016 in Londen

Nog voordat er een noot is gezongen, zijn televisiemakers in touw voor het gebouw van de Vlaamse Opera. En als je de zaal in komt: opnieuw camera's, licht, een presentator die druk in zijn microfoon praat. Deze maand is Antwerpen het centrum van de operawereld. Christoph Waltz, de met Oscars gelauwerde acteur uit Inglorious Basterds, Django Unchained en Carnage presenteert er zijn eersteling als operaregisseur. Bijna twee maanden heeft hij ongestoord kunnen vijlen aan zijn ideeën over Der Rosenkavalier, zorgvuldig afgeschermd van de buitenwereld.
Hij wilde het stuk brengen als een intieme kameropera en was er niet op uit de wereld te choqueren met een hemelbestormende visie, had hij van tevoren laten weten. En nee, geen Tarantino-achtig sarcasme. De muziek van Richard Strauss en de tekst van Hugo von Hofmannsthal stonden bij de geboren Wener op de eerste plaats.

Toch spreekt er uit de keuzen die hij maakte een onopvallend soort lef. Vooral de casting van de lichte stem van Albert Pesendorfer als baron Ochs auf Lerchenau brengt reuring in de zaal. Van de ouderwetse, karikaturale vrouwenjager heeft hij een eigentijdse lookalike van Dominique Strauss-Kahn gemaakt. Niet alleen zijn er fysieke overeenkomsten met de Franse vrouwenverslinder, ook van de vanzelfsprekende zelfingenomenheid waarmee Ochs het meisje Sophie om zijn vinger denkt te winden, gaat een realistische dreiging uit. Die wordt nog sterker doordat Sophie, gespeeld door de Duitse Christiane Karg, in verwarring raakt en hem niet resoluut de deur wijst. Zelden zie je in operakringen zulk natuurlijk, invoelbaar spel als dat van Karg en Pesendorfer.

Ook de Zweedse Maria Bengtsson maakt van haar rol van de Marschallin, echtgenote van de maarschalk, een levensechte vrouw. Gevangen in een verstandshuwelijk droomt ze van een onrealistische liefde met de jonge Octavian. De Marschallin koos ooit voor status en is er te laat achter gekomen dat haar tijd voorbij is.

Even terloops laat Waltz verwarring ontstaan als Octavian met zijn zilveren huwelijksaanzoeksroos niet op Sophie afstapt, maar op haar aantrekkelijke bediende. Die wijst hem met een blik op de zenuwachtige aanstaande bruid, een van de subtiel uitgewerkte komische moment in de productie.

Het toneelbeeld van Annette Murschetz werkt toe naar de ontmaskering, niet alleen die van Ochs, maar ook de discrete pijn van de Marschallin. In de drie actes vallen de panelen rond de besloten, broeierige kamer van een stadspaleis weg en wordt het steeds lichter op het podium. Niet alleen het publiek ziet de afgang van Ochs en het waardige instorten van de Marschallin. Achter de geblindeerde wandpanelen kijkt de complete Weense hofhouding toe.

Mooi dat de acteurskwaliteiten van de cast hand in hand gaan met eersteklas stemmen. Het warme koper van Maria Bengtsson en de zilverige frisheid van Christiane Karg blijven de hele avond spannend. Stella Doufexis (Octavian) bloeit op nadat ze in de eerste acte een sluiertje van haar stem moest poetsen. En de keuze voor Pesendorfer, als vocaal afgeslankte Ochs, blijkt een vondst.

De zwakste schakel in deze Rosenkavalier is de dirigent. Aan Dmitri Jurowski, chef van het Orkest van de Vlaamse Opera, zijn tere halftinten niet besteed. Hij laat zijn musici te vaak groot en brallerig uitpakken - een aanpak die vloekt met Christoph Waltz' gedetailleerde maatwerk. 
Biëlla Luttmer 
de Volkskrant, 19 december 2013

Geen opmerkingen:

Een reactie posten