dinsdag 20 december 2011

Il viaggio a Reims - reis die niet doorgaat in opera die geen opera is


Il viaggio a Reims Foto: Annemie Augustijns

Rossini: Il viaggio a Reims. Vlaamse Opera. Koor en Symfonisch Orkest van de Vlaamse Opera o.l.v. Alberto Zedda. Regie: Mariame Clément. Antwerpen, 18/12. Herhalingen op 21, 23, 27, 29, 31/12 in Antwerpen en op 11, 13, 15, 18, 21/1 in Gent. Uitzending via Klara op 7/1.
De Paijse regisseuse Mariame Clément maakt het zich niet makkelijk. Bij de Vlaamse Opera heeft ze een reis geënsceneerd die niet doorgaat in een opera die geen opera is. Il viaggio a Reims is een ‘cantata scenica’, een gelegenheidswerk dat Rossini schreef ter ere van de kroning van Charles X in 1825. Hij vond zelf het verhaal uiteindelijk te dun en de veelheid aan virtuoze rollen te lastig te bezetten. Al na vier voorstellingen trok hij het werk terug. De muziek voldeed wel. Die kreeg voor een groot gedeelte een nieuwe bestemming in zijn opera Le Comte Ory. Sinds begin jaren tachtig wordt Il viaggio weer opgevoerd, zoals in 2007 bij de kroning Koning Albert II van Monaco. Een gelukkige ontwikkeling, want deze zangersopera heeft dan wel geen dramatische structuur maar stroomt over van briljante muzikale ideeën.
Clément zet alle zangers in een vliegtuig van de maatschappij Giglio d’Oro, Gouden Lelie: economy class bovenin, bediend door pinnige stewardessen, royal class op de benedenverdieping. De kwaliteit van de muzikale uitvoering komt onbedoeld met die indeling overeen. De koorzangers van de economy class hebben moeite in de pas te blijven met de Rossini-sterdirigent Alberto Zedda, de solisten van de royal class dragen monter kwinkelerend en met een duidelijke acteerpret de voorstelling.
Het vliegtuig, met de vaardige sopraan Serena Farnocchia als piloot, stijgt niet op. De solisten, ieder symbool voor hun land van herkomst, lopen wat met elkaar te flirten. Dat leidt tot spannende ensemblezang en een goed gespeelde hitsige scene op het krappe wc’tje van het vliegtuig tussen de Poolse (de volle, lenige mezzo Anna Goryachova) en de Rus (de veel zwakkere tenor Alexey Kudrya). Frankrijk is vocaal het best vertegenwoordigd. De hysterische sopraan Folleville (Elena Tsallagova) is met haar glossy uiterlijk en briljante stem de vleesgeworden superster en als haar sullig ogende echtgenoot Belfiore (Robert McPherson) zijn mond opendoet, stijgt hij haar met zijn aangrijpend mooie belcantogeluid naar de kroon.
Mariame Clément trekt een summier uitgewerkte onderliggende lijn naar het verenigde Europa. Daarin is zijn niet de eerste. Het Londense huis Covent Garden ging haar voor maar Clément kiest voor een vrijere aanpak. In een briljante, knotsgekke sketch laat de Oostenrijkse Don Profondo (Carlo Lepore) alle nationaliteiten voorbij trekken. Aan het slot zingt de Italiaanse Corinna (gave rol van Elena Gorshunova) op decimeterdikke plateauzolen in een koningsblauwe robe met Europese kroon op het hoofd haar grote aria.
Na afloop is het grootste applaus voor Alberto Zedda, de man die terecht alle aandacht vraagt voor  Rossini’s muziek. Zijn secuur gekozen tempi, waarin de zangers zonder gevaar hun vuurwerk kunnen afschieten, de manier waarop hij het Symfonieorkest van de Vlaamse Opera onderhuids laat pulseren en de geweldig mooie solofluitist van het orkest de vrije hand geeft maken de reis naar Antwerpen of Gent de moeite waard.
Biëlla Luttmer
de Volkskrant, 20 december 2011




Geen opmerkingen:

Een reactie posten