donderdag 22 september 2011

Barbara Hannigan: eindelijk the girl


 Pierre Boulez repeteert met Barbara Hannigan. Foto: Franca Pedrazzetti
Barbara Hannigan, de Canadese sopraan die zeker 75 wereldpremières op haar naam schreef, zingt zaterdag in het Amsterdamse Concertgebouw een van de belangrijkste werken uit de naoorlogse periode, Pli selon pli – portrait de Mallarmé, van Pierre Boulez. De componist zelf, 86 inmiddels, zal zijn compositie dirigeren.
‘Goed samenwerken met een dirigent is iets fysieks: je ademt samen, hij kent de manier waarop je zingt door en door. Die band moet tijdens de repetitieperiode groeien. Als ik eenmaal op het podium sta, kijk ik nauwelijks nog naar hem. Ik voel zijn aanwezigheid, dat is voldoende’, zei Barbara Hannigan eerder deze zomer in Amsterdam. Het werken met Pierre Boulez moest toen nog beginnen.  
Inmiddels is er tussen beiden een gelukkige liaison opgebloeid. Pierre Boulez, eerder deze week in Parijs: ‘Hoe we volgen wat de ander doet? Eenvoudig: we begrijpen elkaar.’
Zaterdag staan ze samen op het podium van het Concertgebouw: Hannigan, de jonge toverfee van de nieuwe muziek en Boulez, de laatste overlevende onder de titanen van het naoorlogse componeren. Nieuwe werken zijn de afgelopen decennia steeds schaarser geworden. Vaker houdt hij bestaande composities als een work in progress opnieuw tegen het licht. ‘Traditie is zijn grootste vijand, alles moet fris zijn’, vertelt Hannigan. 
Lang voordat de repetities begonnen is ze naar Luzern gereisd. Kijken hoe Boulez werkt met de jonge mensen van het ensemble van de Lucerne Festival Academy, luisteren hoe hij ze wegwijs maakt in Pli selon pli, voelen hoe het stuk beweegt. Daarna in Parijs, met de veteranen van het Ensemble InterContemporain, waar alles op zijn plek viel.
‘Boulez is in topvorm, we hebben de grootste moeite hem bij te benen, wat een feest’, jubelt Hannigan in een sms. En later, aan de telefoon: ‘Pli selon pli is nog altijd een work in progress, een levend organisme. De structurele veranderingen zijn achter de rug maar kleine dingen, een beweging in de violen, een ritmische figuur, past hij ter plekke aan. Ik schrijf het allemaal in de partituur. Niets mag verloren gaat.’
Ze heeft vaker met Boulez gewerkt. In Berlijn hebben ze samen Webern en Bergs Sieben frühe Lieder uitgevoerd, en Le Rossignol van Stravinsky – ‘iedere avond een sprookje’ – maar dit is anders. Pli selon pli, daar droomt ze al van sinds ze het stuk als studente voor het eerst hoorde. Dat was in Londen, in de jaren negentig. Boulez kwam naar het Barbican om het werk te dirigeren, Hannigan zat in de zaal. ‘Ik had de partituur nog nooit gezien, de muziek zelfs nog nooit gehoord maar dat bleek ook helemaal niet nodig. Het stuk is zo ontroerend mooi, met vloeiende, poëtische lijnen. Aan het slot wordt het dramatisch, het gaat maar door en door en door. Alleen al dit te horen: tadadadieieie, dadadadám. De hele avond zat ik aan mijn stoel genageld. Wat een geluk moest het zijn om dit te mogen zingen. En nu is het zover. I’m the girl.’
Die enthousiaste omschrijving staat lijnrecht tegenover de mathematische manier waarop ze het stuk heeft bestudeerd. ‘Het was een intens proces, eenzaam ook. Ik heb het stuk eerder gezongen met het Asko|Schönberg, maar heb de partituur opnieuw gelezen alsof het een hindernisbaan is – het hele parcours met alle struikelblokken. Ik stelde me voor hoe alle onderdelen van mijn stem, tong, kaak, adem, hun werk zouden gaan doen. Pas daarna ben ik begonnen met zingen, heel langzaam. Zestien maten Boulez wisselde ik af met zestien maten uit een aria van Mozart, it’s like crazy! Mozart houdt me in vorm, zorgt dat het vloeiend blijft. De klankschoonheid die bij Mozart vanzelf spreekt, wil ik in Pli selon pli vasthouden. Lachend: ‘In het begin klonk het als een Mozartaria met vreemde noten.’
Bij mij gaan Schubert, Bach, Handel hand in hand met wereldpremières. Ik heb er minstens 75 gedaan. Mijn programma’s hebben thema’s als Madness en Confusion. Ze gaan niet over wanneer een stuk is geschreven maar hoe. Muziek moet uitdagen, je verwarren, alles overhoop halen. Dan wordt je brein extreem actief. Hoe kun je leren van iets eenvoudigs? Anderen zingen het liefst een Messiah of een Matthäus Passion. Webern en Boulez zijn mijn Messiah en mijn Matthäus Passion.

Pli selon pli, portrait de Mallarmé
Pli selon pli is in 1957 ontstaan uit een losse compositie voor sopraan en klein ensemble. Centraal staan drie transparant geïnstrumenteerde Improvisations op sonnetten van Stéphane Mallarmé (1848-1898) waarin de stem een hoofdrol speelt. Het eerste deel en het laatste deel, ‘Don’, de geboorte, en ‘Tombeau’, de dood, zijn voornamelijk instrumentaal. Het opent en sluit zich met een enorme klap: geboorte en dood vormen een eeuwige cirkel.
De titel vond Boulez pas achteraf, in Mallarmé’s Remémoration d’amis Belges. Daarin wandelt de dichter ’s ochtends vroeg door Brugge. Pli selon pli, plooi na plooi, ziet hij in de optrekkende nevels de contouren van de stad zoals ook Boulez pas tijdens het werken aan zijn compositie de vorm en de contouren ervan ontdekte.
ZaterdagMatinee, 24 september. Amsterdam, Concertgebouw. Uitzending om 14.15 uur via Radio 4.   

Biëlla Luttmer  
 
de Volkskrant, 22 september 2011

Geen opmerkingen:

Een reactie posten