woensdag 9 mei 2012

De harteklop van Riccardo Chailly


muziek
Brahms, Sjostakovitsj. Leonidas Kavakos, Gewandhausorchester Leipzig o.l.v. Riccardo Chailly. Amsterdam, Concertgebouw, 7/5.
Onder muziekjournalisten was het een jaar of tien geleden een sport: de tijd klokken die Riccardo Chailly, toen nog chef-dirigent van het Concertgebouworkest, nodig had voor een compositie en kijken hoe dicht die in de buurt kwam van de uitvoering van een dag later. Meer dan seconden verschil was er nooit. Het zegt iets over de ongelooflijke innerlijke hartslag van de voormalige slagwerker. Een avond Chailly was een avond zorgvuldig doordachte gedrevenheid.
Hij was weer even in Amsterdam, nu met het Gewandhausorchester Leipzig, waar hij sinds 2005 het chefsstokje zwaait. Ook met dit eerbiedwaardige instituut zitten zijn tempokeuzes gebeiteld, zeker als hij gezelschap krijgt van Leonidas Kavakos. Deze Griekse violist, tegenwoordig ook dirigent, nam in het Eerste vioolconcert van Sjostakovitsj de gelaten, bijna vermoeide sfeer in het nachtelijke openingsdeel over maar zweepte Chailly vervolgens op tot een gedenkwaardige apotheose. Voorafgaand aan de finale gaf hij in zijn cadens, vrijplaats voor een persoonlijke invulling van de noten, de aanzet voor een ontknoping die reikte naar de superlatieven van snel, geprononceerd, uitzinnig.
Met schrijnende toon kerfde hij Sjostakovitsj’ handtekening in een compositie die was ontstaan tijdens de zwaarste jaren van Stalinistische onderdrukking. Die klonk als een woedend gebed. De musici van het Gewandhausorchester lieten zich door het spel van Kavakos aansteken. Een gloeiende althobo, onvermoede zangerigheid van een tuba, slagwerkers die van hun plek achteraan op het podium oprukten naar de frontlinies – zo kan alleen een toporkest klinken. Na een uitzinnige finale vielen Chailly en Kavakos elkaar uitgeput in de armen: een fenomenale orkestleider en een violist die diens wildste tijden wist te kloppen.
Niet eenvoudig om na dat emotionele moment terug te komen. In de Derde symfonie van Brahms  lukte het maar gedeeltelijk de euforie om te zetten in een klassiek vormgevoel van hetzelfde sublieme niveau. De van oudsher donkere klank van de Leipzigers had Sjostakovitsj’ Vioolconcert extra lading gegeven. In de dicht geïnstrumenteerde gedeelten van de Brahmssymfonie zorgde het voor een vettige aanslag op de klank. Daar stonden lichtere passages tegenover die open en helder klonken. En bij een Italiaan is de menselijke stem nooit ver weg. In het beroemde derde deel kon je ervaren hoe Chailly’s zangersbloed door de Duitse noten heen brak.
Het komende seizoen komt Riccardo Chailly terug bij het Koninklijk Concertgebouworkest. Het wordt zijn eerste optreden als gastdirigent bij het orkest waar hij in 2004 als chef vertrok.
Biëlla Luttmer 
de Volkskrant, 9 mei 2012

Geen opmerkingen:

Een reactie posten